For the times they are changing

Eerder verschenen in Intermediair. nr. 8, 24 febr. 2000.

Het jaar 2000 lijkt de definitieve doorbraak van de nieuwe economie ingeluid te hebben. Begin deze maand werd de allergrootste overname ooit door mobiele telefoongigant Vodafone Airtouch, onder meer mede-eigenaar van Libertel, van het Duitse Mannesmann een feit. Het uiteindelijke overnamebedrag bedroeg zo'n slordige fl. 400 miljard, op honderd miljard na het equivalent van de Nederlandse staatsschuld. De financiële en juridische adviseurs van beide bedrijven kregen voor hun diensten een commissieloon van zo'n fl. 2 miljard, het equivalent van het eerste paarse begrotingsoverschot, waarover Den Haag vandaag zo wakker ligt. KPN zag in één dag (4 februari) zijn koers stijgen met zo'n fl.14 miljard. Met 44% van de aandelen in handen van de Nederlandse staat betekent dit een dagwinst voor de Nederlandse overheid equivalent aan plus minus de totale OC&W begroting voor universitair onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Zo goed doet zelfs Zalm het niet. Een week later werd dan weer bekend dat de groei in de Verenigde Staten over het laatste kwartaal bijna 6% bedroeg en dat de productiviteitsgroei over 1999 met liefst 5% gestegen was, het hoogste cijfer in zeven jaar.

Zelfs voor de meest hardnekkige statisticus die slechts zweert bij officiële cijfers, wordt nu toch wel duidelijk dat iets aan de hand is met de economie in de Verenigde Staten en dat de oude productiviteitsparadox die ons, "believers" in de nieuwe economie, zo lang parten heeft gespeeld, wel eens voorbij zou kunnen zijn. In 1997 probeerde Paul Krugman, de befaamde MIT econoom, met zijn "Requiem for the new economy" pamflet, nog de onzin van zij die het over een nieuwe economie hadden, aan te tonen. Bij ons waarschuwden vele Nederlandse economen vorig jaar nog bij de vorming van Paars II voor de té optimistische groei-verwachtingen toen in het regeerakkoord van zo'n 2,5% jaarlijkse groei vertrokken werd… Afgelopen jaar bedroeg de groei in Nederland effectief 3,5% en afgelopen week werd bekend dat het Centraal Planbureau voor 2000 een groei van 4% verwacht.

De beurs verwachtte, tegen het advies van de vele academische economen in, reeds geruime tijd dat een periode van hogere, nieuwe groei aangebroken was. Dat de huidige waarde van bedrijven op de beurs wellicht zo'n 60% boven hun reële waarde ligt, doet hier wellicht minder ter zake dan de dramatische verschuiving in waardering tussen bedrijven en sectoren. De lijst van de tien grootste bedrijven ter wereld geeft wat dit betreft goed de wijziging in waardering aan die zich in een vrij korte periode heeft voorgedaan. Tussen de top vijf van 's werelds grootste bedrijven: Microsoft (hoe lang nog 's werelds grootste bedrijf), Cisco, Intel en Vodafone, bevindt zich enkel nog General Electric als niet louter ICT gerelateerd bedrijf; op nummer 7 vindt men tegenwoordig de fusie van twee oliegiganten die in de jaren '70 en '80 de beurs domineerden: Exxon Mobil. Waar zijn alle oude maakbedrijven gebleven?

Waardeverschuiving is één van de meest opmerkelijke veranderingen die op dit ogenblik de opkomst van de nieuwe economie kenmerkt. Zij geeft goed aan hoe de economie een nieuw gebied aan het betreden is: dat van informatie- en communicatie-uitwisseling. Dit vraagt om nieuwe inzichten: over gedrag in virtuele omgevingen, waarbij het juridische kader veel belangrijker wordt, en over zoekprocessen waarbij culturele achtergrond, semiotiek en leercapaciteiten van gebruiker essentieel worden. Kortom, wil men de ontwikkeling van de nieuwe economie begrijpen dan is er is behoefte aan een nieuwe interdisciplinaire wetenschap, "infonomie", die zoals de huidige waardeverschuiving in de economie, buiten de traditionele contouren treedt van de oude economie.

Luc Soete