Cybergeld

Eerder verschenen in Intermediair nr. 34, 24 augustus 2000.

De teller van de Duitse UMTS-veiling overschreed vorige week de 100 miljard. Een veel hoger bedrag dan verwacht na het Nederlandse veilingsfiasco. Na de Britse veiling van 80 miljard geeft het Duitse resultaat nu volop ammunitie aan hen die, zoals Eric van Damme onlangs in ESB, het Ministerie van Verkeer en Waterstaat - "het ministerie van vergeten wetenschap" -- beschuldigden van onbekwaamheid en vooral dat het vooraf onvoldoende academisch advies had ingewonnen. Dat de Britse veiling, als eerste veiling van UMTS-frequenties in Europa, meer zou opleveren dan elders in Europa kon verwacht worden. Dat de veiling in een klein land zoals Nederland relatief minder zou opbrengen, kon ook verwacht worden. Vanuit een netwerkperspectief blijft de omvang van de potentiële markt een belangrijk gegeven. Het was dan ook niet verwonderlijk dat juist vóór de veiling van de Nederlandse UMTS-licenties het aantal gegadigden terugviel tot de vijf bestaande aanbieders en slechts één nieuwkomer. Niettemin lijkt het nu aannemelijk dat tenminste het dubbele van de 6 miljard geïnd had moeten worden. In de nieuwe economie hangt succes in toenemende mate af van de efficiëntie en bekwaamheid van overheidsinstellingen die de nieuwe marktomgeving vormgeven en erop toezicht houden. Men zou zelfs kunnen stellen dat landen die het meest van de nieuwe groeimoegelijkheden geprofiteerd hebben, landen zijn met onafhankelijke "24-karaats-instituties" die zich laten bijstaan door onafhankelijk advies, of het nu academisch is of niet. Het Amerikaanse Ministerie van Justitie in zijn gevecht met Microsoft is een goed voorbeeld.

Niettemin blijven een aantal vragen. Internationaal is de kleine Nederlandse markt weinig aantrekkelijk voor nieuwkomers. Het roept de vraag op hoe kleine landen binnen Europa meer profijt kunnen trekken uit het fenomeen van de nieuwe economie dat zo sterk afhankelijk is van potentiële omvang. Ware een Europese veiling vanuit dit perspectief niet veel interessanter geweest? Zelfs aansluiting bij de Duitse veiling? Wat zo paradoxaal lijkt in de huidige hyperontwikkeling van de telecomsector is de dominantie van de nationale administratieve grenzen. Een voorbeeld ter illustratie: telkens mijn vrouw, die over de grens in Luik werkt, s'avonds terugkomt in Nederland, krijgt ze op haar mobiel een Nederlands welkomst-telefoontje. Per auto merk je de grens niet, per GSM, Internet of andere telefoonrekening des te meer. Een tweede factor die ongetwijfeld meegespeeld heeft in de lage opbrengst van de UMTS-veiling is ongetwijfeld de nog steeds belangrijke overheidsparticipatie in KPN. De huidige situatie creëert hoe dan ook belangenverstrengeling. Zo is de lage overheidsopbrengst van de UMTS-veiling goed voor het aandeel van de Nederlandse staat in KPN. Meer nog, KPN heeft nu voldoende middelen om mee te dingen voor UMTS-licenties in Italië. Een nieuwe transfer van middelen binnen Euroland?

De UMTS-veilingen in Europa, elk met hun eigen nationale procedures vormen een onschatbare bron van ervaring in het verkopen van publieke "space" aan private partijen. Als één van de eerste zal de Nederlandse veiling de geschiedenis ingaan als voorbeeld hoe men het niet moet doen. Jammer genoeg zullen het andere landen zijn die er hun voordeel mee doen.

Luc Soete