e-Stress

Eerder verschenen in Intermediair nr. 40, 5 oktober 2000.

Ondanks de steeds verdergaande automatisering blijft in tal van sectoren het verrichten van fysieke handelingen één van de voornaamste bronnen van fysieke druk. In steeds minder gevallen betreft het druk omwille van fysiek uitputtende activiteiten, daarvoor zijn er veelal machines die het zware werk opknappen. Niettemin blijft het verrichten van fysieke arbeid in interactie met machines één van de voornaamste bronnen van arbeidsongevallen met soms levenslange arbeidsongeschiktheid tot gevolg. Vermoeidheid en fysieke uitputting blijven een belangrijke factor van stress, zowel voor hoog- als laaggeschoolden. Denk maar aan de trucker of hartchirurg. Sinds de hoogdagen van de industriële revolutie in de 19de eeuw toen arbeiders gedurende 6 dagen per week 12 tot 16 uur per dag werkten is arbeidsduurverkorting dan ook een belangrijke factor van sociale vooruitgang. Zo ook is het AOW-systeem ter bescherming van arbeidsongeschiktheid uitgegroeid tot een belangrijke vorm van sociale solidariteit. In onze post-industriële samenleving is stress in de eerste plaats gerelateerd aan mentale arbeid. Met het veralgemeende gebruik van computer en andere digitale informatie- en communicatiesystemen is men recent echter in een nieuw tijdperk van mentale stress gekomen. De fysieke uiting van deze stress zoals de muisarm is slechts een beperkte uiting van deze vorm van e-stress. Belangrijker is het "burn-out" verschijnsel dat zowat doorheen de hele economie bij gelijk wie toeslaat en sterk verband houdt met mentale stress. Personen die onder stress staan, produceren zogenaamde stresshormonen. Dankzij deze hormonen kunnen zij toch onder stress arbeid blijven verrichten. Blijft deze stress-situatie echter bestaan dan blijft de concentratie stresshormonen hoog en is het lichaam fysiek niet in staat te herstellen: uitputting of burn-out volgt.

Het alomtegenwoordige gebruik van informatie en communicatie-technologie op het werk maar ook thuis brengt drie specifieke bronnen van e-stress naar voor. Eerst en vooral de druk richting individualisering en het nemen van eigen verantwoordelijkheid: de verwachting dat elke werknemer werkondernemer wordt. Individualisering en het nemen van eigen verantwoordelijkheid is uiteraard voor vele werknemers een positieve ontwikkeling. Het vereist echter ook dat werknemers voldoende geschoold zijn voor deze nieuwe verantwoordelijkheden. De typische vorm van stress die zich in toenemende mate voordoet, is deze van compensatie van gebrekkige scholing door langere uren te draaien en zo het gebrek aan scholing op te vangen. Deze vorm van stress stijgt op dit ogenblik snel omdat de tekorten op de arbeidsmarkt, werknemers naar hogere functies en verantwoordelijkheden zuigt. Het is het omgekeerde van het verdringingseffect en de overscholing, karakteristiek voor periodes van hoge werkloosheid. Toen had stress veel meer te maken met het niet uitbuiten van kwalificaties en vaardigheden en het gebrek aan erkenning dat daarmee gepaard gaat. Een tweede belangrijke factor van e-stress is de alomtegenwoordige druk van tijd en bereikbaarheid. Het belang van tijd als waardefactor houdt in dat sneller en efficiënter met tijd moet omgegaan worden. In sommige sectoren wordt slechts waarde gegenereerd als binnen een bepaalde tijd wordt gereageerd. Totale bereikbaarheid, ook mobiel, is dan ook een vereiste. Opnieuw zal in heel wat gevallen slechts sprake zijn van positieve stress, op termijn wordt burn-out sterk in de hand gewerkt. Een derde e-stress factor valt onder de categorie van afhankelijkheid. Het overgebruik van computers en Internet leidt al snel tot typische verslavingsverschijnselen. Via Internet en de enorme mogelijkheden tot wereldwijd communiceren verplicht het individu meer dan ooit tot het maken van keuzes. Internet communiceren heeft in velerlei opzichten bijwerkingen die men met alcohol-, nicotine- of drugsverslaving kan vergelijken. Via Internet communicatie participeert het individu immers in grote of kleine, soms persoonlijke "communities" waarbinnen hij of zij zijn meest excentrieke hobbies of intiemste gevoelens kwijt kan; hij of zij anoniem, voyeuristisch of exhibitionistisch kan zijn; aandacht kan krijgen en aandacht juist geven. In de economie noemen we dit consumptie met positieve spill-overs op de welvaart van anderen. Verslaving aan Internet is dan ook niet uitzonderlijk. De virtuele Internet-wereld biedt in zeker zin alles: dromen én realiteit. De oplossing voor deze verschillende vormen van e-stress is echter, in tegenstelling tot wat dikwijls door de gezondheidsarts voorgeschreven wordt, niet zozeer rust of het nemen van vakantie, waar uiteindelijk de negatieve stress gedachten de boventoon zullen blijven voeren, dan wel fysieke activiteiten. Door bv. sporten wordt de balans in de hormonale huishouding van het lichaam hervonden. Meer dan ooit is in de nieuwe economie het adagio "mens sana in corpore sano" van toepassing.

Luc Soete