Business as usualEerder verschenen in Intermediair, 21 februari 2002. Van alle door paars geïnitieerde projecten is de Vijfde Nota over de ruimtelijke ordening van Nederland tussen 2000 en 2020 wellicht het beleidsdocument dat het verst in de toekomst een duidelijk beleidsspoor achterlaat. In de goede, oude, Nederlandse traditie van ruimtelijke planning waarbij toekomstige ontwikkelingen zorgvuldig in kaart gebracht worden en hun impact op de toenemende schaarse ruimte zo behoedzaam mogelijk ingeschat worden, valt echter op hoe de invloed van ICT-ontwikkelingen op het ruimtegebruik volledig over het hoofd wordt gezien. Na een eeuw van steeds verder doorgedreven industrialisatie waarbij tegenwoordig de meeste materiële basisbehoeften vervuld zijn, de welvaart dramatisch is gestegen en ook de hoeveelheid vrije tijd sterk is toegenomen, lijkt de ruimte- en tijdsextensieve groei van de 20ste eeuw tegen haar natuurlijke limieten aan te lopen. ICT kan deze limieten rekken. Ze kan ze echter ook, gedeeltelijk althans, afbreken. Het eerste effect kan beschreven worden als het complementaire effect van het gebruik van ICT op ruimte, het tweede effect als het substitutie-effect. Het complementaire effect van ICT kan best beschouwd worden als een vorm van ruimte- en tijdsvermeerderende technologische ontwikkeling. Afstand kan met “just-in-time” als het ware overbrugd worden, het rendement op de fysieke transportinfrastructuur verhoogd. Het substitutie-effect van ICT is moeilijker in te schatten. Er kunnen zich verschuivingen voordoen in de richting van een meer ambachtelijke huishoudeconomie en in het opnieuw binnen het huishouden verrichten van een aantal taken die tot op heden voornamelijk buiten het huishouden verricht werden. Wat de precieze implicaties van deze ontwikkelingen zouden kunnen zijn voor ruimtelijke ordening is onduidelijk. In het ene geval kan b.v. sprake zijn van nieuwe ruimtelijke woningbehoeftes met een up-to-date ICT aansluiting; in het andere geval van meer behoeften tot sociaal contact, onafhankelijk van werk. De manier waarop ICT al dan niet leidt tot substitutie-effecten in consumptiegedrag en arbeidsorganisatie zal uiteindelijk afhangen van de manier waarop deze ontwikkelingen ingebed worden in de sociale en maatschappelijke omgeving. Uiteraard valt het niet te verwachten dat de substitutie-effecten van ICT ooit dominant zullen worden en de huidige mobiele maatschappij zouden vervangen. Maar ze zullen wel degelijk van toenemend belang worden. De meeste vervoersprognoses voorspellen dat in de komende jaren een groot aantal wegen, belangrijke knooppunten en binnensteden effectief dichtgeslibd – althans volgens de prognose – zullen zijn door auto- en vrachtverkeer. Zelf het vliegverkeer zal zo goed als vast komen te zitten. Het “business as usual” groeiscenario is dan ook gedoemd tot falen. Zoals op andere gebieden zal de oplossing gevonden moeten worden in de betere toepassing van alternatieve technologieën die efficiënter met de toenemende schaarse ruimte omgaan. Daarin speelt ICT een essentiële rol. Een realistische nota over ruimtelijke ordening zou dit moeten erkennen, the sooner the better. Luc Soete
|