Eerder verschenen in Intermediair, 16 mei 2002.

Een praktisch probleem bij het schrijven van deze columns is dat de tekst zo’n week op voorhand aan de redactie aangeleverd moet worden. Past natuurlijk wel bij een weekblad als Intermediair dat zich niet richt op de onmiddellijke actualiteit maar meer ruimte biedt voor reflectie. Maar soms moet je wel rekening houden met wat zich afspeelt op het moment van het verschijnen van je stukje een week later, zoals de verkiezingen gisteren. De eerste versie van deze column, netjes klaar om verzonden te worden naar de redactie op 6 mei ging dan ook over de “day after”, de dag na de verkiezingen. Het was een wat filosofische reflectie over de verkiezingscampagne en de rol van de media. Hoe kon met de dagelijkse berichtgeving rond de stand van zaken in opiniepeilingen, van de burger verwacht worden die 15de mei een weloverwogen keuze te maken en dat hij of zij zich niet zou laten verleiden tot een reactie op de laatste opiniepeiling. De uitslag zou, zo had ik geschreven, weinig van doen hebben met democratie. Juist in het Internet-tijdperk mag democratie niet verward worden met onmiddellijke opinievorming maar eerder met weloverwogen keuzes gebaseerd op reflectie en zorgvuldige overweging. En zo vertrok ik die 6de mei met gerust gemoed naar het buitenland voor een conferentie over wat wereldwijdsere problemen. En hoorde ik die avond het nieuws over de aanslag op Pim Fortuyn en de wel heel poignante gevoelens die dit doorheen vele lagen van de Nederlandse bevolking met zich meebracht. Het kille, zo realistische Nederland leek plots veranderd in een zuiders land dat overliep van de emoties. De verkiezingen werden gek genoeg niet uitgesteld, de verkiezingscampagne wel en de opiniepeilingen ook. En zo krijgen nu ook emoties hun directe reflectie in een politieke stem.

Die emoties, zeker wanneer ze zo sterk gekoppeld zijn aan de onrechtvaardigheid van moord, aan het fysiek elimineren van een politicus die zo sterk het symbool van vrije meningsuiting vertegenwoordigde als Fortuyn, zijn echter evenmin een goede basis voor democratische besluitvorming. Het resultaat dat U nu kent en ik nog niet maar wel vermoed, zal er niet om liegen. De vraag of de ruk naar rechts -- of deze zich nu uit in stemmen voor de Lijst zonder Pim Fortuyn of op afgeleide stemmen voor VVD of CDA -- een welbewuste keuze is voor de volgende vier jaar of eerder een uiting van de woede en frustratie van die 6de mei blijft immers onbeantwoord. De beschuldiging dat de linkse partijen Fortuyn in de afgelopen campagne hebben gedemoniseerd, vertaalt zich na de moord praktisch natuurlijk in een beatificatie van Fortuyn. Hoezeer ook maatschappijen, ook onze moderne Westerse, behoefte hebben aan martelaren, voor democratie is het dodelijk.

Luc Soete