Energie en informatieEerder verschenen in Intermediair, 13 december 2001.Op het eerste zicht lijken energie en informatie voorzieningen sterk op elkaar. Of het nu gas of glas is, de vaste kosten van het aanleggen van een distributienet zijn gigantisch, terwijl de kosten van het toeleveren van energie of informatie, de variabele kosten, slechts een fractie vertegenwoordigen. Gevolg: hoge toetredingsbarrières. Daarbij stelt zich vooral de vraag wie de torenhoge rekening betaalt van de laatste "mijl": de finale aansluiting naar die individuele gebruiker die per jaar slechts enkele duizenden gulden stroom of telefoontikken afneemt en waarvan de leiding het grootste deel van de dag niet gebruikt wordt. Vermits energie en informatie behoren tot de categorie basisvoorzieningen, is het de taak van de overheid ervoor te zorgen dat er sprake is van "universele" toelevering of dienstverlening, dat iedereen recht heeft op aansluiting of hij nu op Texel woont of op de Vaalserberg. De maatschappelijke eis tot gelijke toegang tot energie en informatie, gecombineerd met de inherente tendens tot natuurlijke monopolievorming heeft ertoe geleid dat zowel de energiesector als de telecomsector van oudsher overheidssectoren zijn geweest. In beide gevallen zijn het technologische ontwikkelingen geweest die de vraag naar liberalisering en privatisering mogelijk hebben gemaakt. In het geval van de telecomsector met name de ontwikkeling van mobiele communicatie waardoor plots fysieke afstand en het probleem van de laatste mijl een minder relevante variabele werd. Mobiele communicatie vereist nog steeds geografische dekking maar het aanleggen van een antenne infrastructuur vertegenwoordigt slechts een fractie van de kosten van een vaste kabelinfrastructuur. Liberalisering lag dan ook voor de hand. Ook in de energiesector zijn het technologische ontwikkelingen die aan de basis liggen van de roep om liberalisering. In tegenstelling tot informatie kennen energienetwerken een vrij groot energieverlies over het netwerk. Afstand blijft dus een belangrijke variabele kostenfactor. De technologische ontwikkelingen op het gebied van decentrale energie opwekking (warmtekrachtcentrales, zonnepanelen, windturbines, etc.) bieden nieuwe mogelijkheden voor verschillende partijen om soms stroomgebruiker dan weer stroomtoeleverancier te zijn. Het energiedistributienet wordt met andere woorden in toenemende mate zoals informatie op het Internet een interactief net waaruit naar behoefte stroom kan afgetapt dan wel toegeleverd worden. Een ideale proeftuin voor de experimentele econoom die prijzen voor perfect homogene kWh's kan waarnemen met een veelheid aan vragers en aanbieders. Maar zoals dikwijls in de economie is de realiteit enigszins weerbarstiger. Hoe garandeer ik totale zekerheid: stroom in piekuren wanneer iedereen wil gebruiken en niemand wil toeleveren? Men zou denken door dit nu juist dé nieuwe marktmogelijkheden voor energietoeleveranciers zijn. Maar het Californische en recente Enron fiasco hebben als een boomerang gewerkt op onze experimentele beleidsmakers. Jammer. Want hoezeer ook vragen gesteld konden worden omtrent de liberalisering van de vaste telefonie, in de energiesector lijkt het dé toekomst. Luc Soete
|