Dodelijke informatie

Eerder verschenen in Intermediair nr. 18, 4 mei 2000.

Per jaar sterven in Nederland, zo wordt geschat, drieduizend mensen door medische fouten. Meer dan het dubbel aantal doden in het verkeer. Dit geldt niet alleen voor Nederland, ook in de Verenigde Staten sterven per jaar meer mensen door verkeerde menselijke handelingen in ziekenhuizen dan op de weg. Een groot deel van deze menselijke fouten heeft betrekking op het verkeerd invoeren van informatie of een foutieve uitwisseling van informatie tussen de verschillende diensten die het ziekenhuis rijk is. Medische ingrepen houden nu éénmaal complexe handelingen in, die de participatie vereisen van een reeks verschillende afdelingen en specialistisch personeel, elk met hun eigen taak en kennis. De kans dat iets verkeerd loopt in de uitwisseling van informatie tussen de verschillende diensten is dan ook groot. Daarbij komt ook dat patiënten elk hun eigen historie en gezondheidsprofiel hebben. Afgezien van de gelukkig niet al te veel voorkomende grove fouten, zoals in het geval van de verkeerde bloedtransfusie vorige maand in het AZM, is een fatale afloop vaak te wijten aan het niet bijgehouden hebben van informatie omtrent b.v. de specifieke allergie waaraan de patiënt lijdt. Ziekenhuizen zijn dan ook bijzonder afhankelijk van een gesofisticeerd en transparant informatiesysteem waarin voldoende interne controlepunten zitten, zodat inconsistenties, veroorzaakt door menselijke fouten, zoals het verkeerd intypen van informatie of het voorschrijven van geneesmiddelen die niet geschikt zijn voor een bepaalde allergievorm, aangegeven worden.

Juist vanuit deze optiek is geheimhouding en het gebrek aan informatie door ziekenhuizen in Nederland, en academische ziekenhuizen in het bijzonder, schrijnend. De patiënt is er zeker geen koning. Ook hier stelt zich de vraag naar een "nieuwe" transparante gezondheidszorg. Bijvoorbeeld aan de hand van een website waar men per hospitaal informatie zou vinden over aantallen sterfgevallen per afdeling, of het nu het gevolg is van medische fouten of niet, over aantallen post-operatieve opgelopen fatale en niet-fatale infecties (denk aan de tegenwoordig steeds meer voorkomende mrsa infectie), over wachtlijsten, etc. Al deze informatie bestaat. Nergens wordt immers zoveel informatie schriftelijk vastgelegd als in medische dossiers. Ze wordt echter angstvallig binnen de muren van het ziekenhuis gehouden onder het mom van het medisch geheim. Maar juist anoniem bevat deze informatie veel waarde. Uiteraard kunnen de ruwe cijfers niet zomaar vergeleken worden. Academische ziekenhuizen behandelen dikwijls omwille van de aanwezige kennis en beschikbare apparatuur de moeilijkste en meest risicovolle patiënten. Denk aan premature babies of hartoperaties. Maar mits gepaste aanpassingen zouden vergelijkingen gemaakt kunnen worden tussen b.v. academische ziekenhuizen per afdeling, per aard van de ziekte/operatie, etc. Als de informatie vertekend is, zal het ziekenhuis ongetwijfeld het eerste zijn om met overtuigende argumenten te komen om aan te geven dat de gepubliceerde informatie niet klopt. Het zou een ommezwaai betekenen in de manier waarop ziekenhuizen omgaan met patiënten. Van onmondige patiënten waarvan blindelings vertrouwen wordt verwacht naar lastige klanten die juist op het gebied van hun gezondheid honger hebben aan bijkomende informatie, mee willen participeren in het zoeken naar de juiste remedie en ook bewuster risico's willen inschatten. Ook dat is nieuwe economie.

Luc Soete