Zuur zoete economie en voetbalWat is er nu gemeenschappelijk aan de vier kwartfinalisten van het WK voetbal dat dit weekend zijn finale ontknoping kent? Dat het alle vier Europese landen zijn en het vandaag voor de troostprijs en morgen voor de hoofdprijs louter Europese onderonsjes worden? Ja, natuurlijk maar dat is te simpel. De vier kwartfinalisten zijn alle vier Europese euro landen. En niet zomaar gewone eurolanden. Van de zes eurolanden die deelnamen aan het WK (Duitsland, Frankrijk, Italië, Portugal, Nederland en Spanje) blijken het juist de vier eurolanden te zijn die niet voldoen aan de eisen van het zogenaamde groei- en stabiliteitspact. Die eisen, zult U zich wellicht nog herinneren, werden gesteld in het Maastrichtse EMU Verdrag waarin bepaald werd dat om mee te mogen doen aan de euro, de lidstaten een begrotingstekort van maximaal 3% mochten hebben en een overheidschuld van minder dan 60%. In bijgevoegde tabel heb ik nog even de recentste cijfers voor 2004 en de verwachte cijfers voor 2006 voor de zes eurolanden op een rijtje gezet.
Zoals de tabel aantoont, slagen geen van de WK kwartfinalisten er in hun begrotingstekort onder de 3% te houden en stijgt de overheidsschuld in alle vier landen tot ver boven de 60%. In het geval van Italië tot boven de 100%. Daarentegen lijkt het goede gedrag van Nederland en Spanje met een dalend begrotingstekort ver onder de 3% en een dalende overheidschuld van ver onder de 60% op geen enkele manier beloond te worden op het voetbalveld. Kortom, gele of rode kaarten in de economie zoals de Europese Commissie en de Ministers van Financieën die uitdelen, lijken precies het omgekeerde effect te hebben op succes in voetbal. En natuurlijk, ik zou geen hoogleraar economie zijn als ik hier geen onverwacht, en vooral nog niet onderzocht causaal verband uit zou kunnen distilleren waarmee ik straks wereldberoemd zou kunnen worden. Ik zal het hier niet hebben over de vrij evidente verbanden tussen voetbal en toenemende begrotingstekorten zoals het investeren van overheidsgeld in Duitsland in de WK voetbalstadions, of het investeren, deze keer van zwart geld, in Italië in arbiters, of ook nog het investeren van wellicht Europees geld in Portugal in voetbalacteren, maar over de invloed van rode en gele kaarten op economie- en voetbalspelers. In tegenstelling tot voetbal is een rode of gele kaart in de economie, en dan met name de euro economie, eerst en vooral een reputatie veroordeling van je collega's. Directe gevolgen heeft het niet want een echte straf zoals het uitsluiten of beboeten van een land is negatief voor alle andere euro partners. Daarom ook dat in tegenstelling tot voetbal, we in euroland niet echt gelijk zijn, we zitten wel met zijn allen in euroland maar straffen kunnen we enkel de kleintjes, niet de grote landen. En uiteindelijk, aldus de theorie, zal het land zelf de meeste nadelen ondervinden van teveel rode en gele kaarten. Neem nu Italië dat bij wijze van spreken rode kaarten in de economie verzamelt: je leeft min of meer op de pof, vergrijst en ontgroent sneller dan waar ook ter wereld, en financieel weet niemand nog hoe je hier ooit zult uitgeraken. Ik herinner me nog hoe Domenico Siniscalco, een oude vriend en collega hoogleraar, er vorig jaar, onder de vorige Italiaanse regering, de brui aangaf. Missione impossibile . De toekomst in Italië ziet er slechter uit dan het heden. Letterlijk zelf in het geval van het Italiaans voetbal. Straks speelt Juve in Serie C en de andere Italiaanse topclubs in Serie B. Conclusie: dan zul je wel het beste halen uit alles wat je hebt: je speelt het beste voetbal, gebruikt al het talent dat je hebt, oud en jong, en hopelijk word je morgen wereldkampioen. Geniet van die enkele kortstondige momenten van tijdelijk geluk, carpe diem . Nederland daarentegen, economisch gezien het braaftste jongetje van de klas, is bijzonder bevreesd voor gele, laat staan rode economie kaarten. Gerrit Zalm zou zich doodschamen voor een gele kaart van de Commissie of één van zijn Europese collega's. Voor Zalm en de economie spelers komt per definitie na al het zure, straks het zoet. Alles wordt straks beter. Na alle die zure ingrepen in overheidsuitgaven, lastenverzwaring en dergelijke meer van Balkenende I en II, komt straks met Balkenende III het moment om te oogsten. En gek genoeg, dit is precies hoe je het Nederlands “zure” voetbalavontuur in Duitsland kunt verklaren. Want als stráks het zoet komt, waarom zou je dan nu het beste Nederlandse voetbaltalent opstellen en het beste voetbal laten zien? Neen, dan zul je precies zoals Marco van Basten doet, denken aan de toekomst: aan het opbouwen van een toekomstig Nederlands elftal voor het EK 2008 en straks het WK in 2010. Probleem is natuurlijk dat dit allemaal theorie is en dat een alternatief scenario ook goed mogelijk is. Binnen vier jaar zijn er zoveel andere landen bijgekomen met nieuw voetbal- en economietalent, terwijl wij verder vergrijzen. Het zure van vandaag zowel in economie als in voetbal, zou er straks wel eens als nog relatief zoet kunnen uitzien. En dan blijft het zoete wat het nu is: droomherinneringen uit het verleden. Want niets is zo onzeker als succes in economie en voetbal voorspellen. Luc Soete
|