Regionale mobiliteitDeze week bewees de snelle Maastricht-Brussel treinverbinding zijn nut. Er zaten naast de gebruikelijke cannabiszoekende toeristen ook heel wat Tefaf kunsttoeristen in de trein die het de Marechaussee moeilijk maakten om bij aankomst in Maastricht de gebruikelijke algemene identiteitscontrole uit te voeren. Maar omdat beide groepen toch wel vrij gemakkelijk te onderscheiden zijn, was het voor de Marechaussee eenvoudig de lokale cannabisconsumenten eruit te pikken en kon ik sneller doorlopen. Die Marechaussee staat op geregelde tijden in Maastricht om, zo veronderstel ik toch, het drugstoerisme, en niet het kunsttoerisme, zoals nu tijdens de Tefaf, te ontmoedigen. Waarom trouwens die Marechaussee altijd bij het binnenrijden van de trein in Maastricht vraagt naar legitimatiepapieren, ontgaat me enigszins. De meeste drugstoeristen hebben bij aankomst nog niets geconsumeerd, laat staan gekocht. Wellicht is dat illustratief voor de nog steeds sterk nationaal gerichte traditie van beveiliging van de grenzen. Wat van buiten komt, wordt scherp gecontroleerd; wat naar buiten gaat is een ander's probleem. In de VS geldt dat tot in het absurde toe. Je komt er slechts binnen na zowel vingerafdruk als oogscan, en ná de vlucht wordt je bagage die nu dus uit het vliegtuig komt door de X-stralen apparatuur gecheckt en moet je ook zelf nog eens met je schoenen uit, metalen voorwerpen uit de zakken, etc. door zo'n zelfde scanner. Eénmaal buiten het vliegveld kun je zowat om de hoek de wapens kopen die je wil... een beetje zoals drugs en de drugstoeristen in Maastricht. Maar terug naar de trein. Begin dit jaar maakte ik hier mijn voornemen wereldkundig om in 2008 mijn ecologische voetafdruk sterk terug te dringen. En omdat ik hierop wat persoonlijke reacties kreeg –een lezer stelde voor, ware het niet dat ik Belg ben, mij stante pede te benoemen tot het boegbeeld van de actie “I am a non-flying Dutchman” van Milieudefensie – een korte stand van zaken. Tot op heden in 2008 geen enkele vlucht. Zelf zonder vliegtax, vlieg ik niet. Hoelang ik het vol houd, weet ik niet, we zullen zien. Mijn treinreizen daarentegen zijn frequenter geworden. Verre afstanden vanuit Maastricht tegenwoordig geen probleem: Amsterdam, Den Haag, Brussel, Parijs, Londen, het loopt als een trein. Maar naar West-Limburg en Hasselt een ramp. Met de trein vertrekkend van bij mij thuis tot bestemming drie uur, met de bus twee uur voor pakweg 30 kilometer. Zo vlot en snel ik in Parijs of Brussel ben, zo moeilijk geraak ik in dat andere Limburg. Zoals de kritiek vanuit Eijsden op de afschaffing van de treinverbinding met Maastricht illustreert, lijkt het erop alsof regionale mobiliteit de prijs betaalt voor de verbetering in snelle internationale mobiliteit. Maar dat hoeft natuurlijk niet zo. Integendeel, men moet nu juist dezelfde creativiteit aan de dag leggen, zoals destijds met de Maastricht Brussel express om de regionale grensoverschrijdende spoorverbindingen, waarvan Eijsden nu het slachtoffer is geworden met een spoorlijn zonder halte dwars door het dorp richting Maastricht en Visé, nieuw leven in te blazen.. Een concreet voorstel. Ga vanuit Eijsden in gesprek, niet met de Maastrichtse of Waalse buren maar met de Vlaamse buren: Huub Broers, de burgemeester van buurgemeente Voeren, met de gouverneur van Belgisch, tegenwoordig West Limburg, Steve Stevaert en met de Vlaamse kant van de Belgische Spoorwegen met het heel concrete voorstel de naam en het statuut van het huidige station Eijsden te veranderen in een station Eijsden-Voeren dat als grensstation onderdeel wordt van het Belgische (Vlaamse) spoornet. Vanuit toeristisch perspectief zou een station Eijsden-Voeren een trekker zijn voor wandelaars zowel in Vlaanderen als Nederland. Twee, maak een concreet voorstel om gebruik makend van de bestaande spoorverbinding Hasselt-Diepenbeek-Bilzen-Tongeren-Visé, met het laatste stuk als onderdeel van de Monschau goederenlijn, op korte termijn een regionale grensoverschrijdende treinverbinding tot stand te brengen van Hasselt tot Maastricht via Bilzen-Tongeren-Visé-Eijsden langs de bestaande Belgische lijnen 34, 24 en 40. Daardoor worden de twee Limburgse hoofdsteden met elkaar verbonden en krijgt de Belgische provincie West-Limburg een spoorverbinding met zijn geografisch gezien, afgelegen enclave Voeren, politiek een belangrijk signaal. Met twee boemeltreintjes die elk om het uur op en neer rijden, mijns inziens een rendabele lijn die leeft van de vraag naar lokale treinverbindingen aan beide kanten van de grens tussen enerzijds Hasselt, Diepenbeek, Bilzen en Tongeren en anderzijds tussen Maastricht en Eijsden-Voeren en de vele nieuwe grensoverschrijdende verbindingsmogelijkheden tussen de Limburgse provinciehoofdsteden, de Limburgse universiteiten en... de Limburgse cannabisconsumenten. Dan kan de Marechaussee in Maastricht nóg doelmatiger opereren met het controleren van zowel de Waalse cannabisconsumenten die uit de Maastricht-Brussel Express stappen als de Vlaamse cannabisconsumenten die de Hassel-Maastricht boemeltrein hebben genomen. Luc Soete 8 maart 2008
|