Malthus’ wraakMisschien zegt de naam Thomas Malthus U nog iets, de Britse politieke econoom die zo’n 200 jaar geleden met een eenvoudige demografische stelling zijn naam voor eeuwig vastlegde in economie schoolboeken. Eén van die stellingen waarbij menig scholier zich wellicht afvroeg, en mogelijk nog steeds afvraagt, waarom men stellingen van lang vergane economen moet leren die nadien voor geen meter meer lijken te kloppen met de feiten. Maar gelukkig was Malthus’ stelling eenvoudig genoeg om te onthouden: de bevolking heeft de neiging te groeien als een geometrische reeks (1, 2, 4, 8), terwijl de productie van landbouw slechts als een rekenkundige reeks toeneemt (1, 2, 3, 4). De wereld was dus gedoemd om steeds weer geconfronteerd te worden met regelmatig voorkomende hongersnoden. Die hongersnoden waren in Malthus’ woorden "nature's last most dreadful resource". Thomas Malthus kreeg echter het gelijk niet aan zijn zijde, integendeel. Ten tijde van ‘s werelds wellicht snelste bevolkingsexplosie ooit, de naoorlogse jaren van de vorige eeuw, groeide de wereldlandbouwproductie nog veel harder dank zij betere productietechnieken, het gebruik van veredelde gewassen, van meststoffen en dergelijke meer, zodat geen van de verschillende hongersnoden die de wereld de laatste zestig jaar gekend heeft, uiteindelijk iets van doen had met wereldvoedseltekorten, eerder met politieke conflicten en menselijk falen in voedseldistributie. Tezelfdertijd nam de groei van de wereldbevolking de afgelopen dertig jaar sterk af, opnieuw dankzij contraceptie technologie, en is er al lang geen sprake meer van een geometrische groei in wereldbevolking. Het is, zoals op zoveel andere terreinen, de toepassing van nieuwe technologie die ons gered heeft van Maltus’ pessimistisch toekomstbeeld. De voedselcrisis van de afgelopen maanden en de sterke stijging van de prijs van olie, aardgas en meer algemeen natuurlijke grondstoffen, doen echter weer twijfels oproepen. Plots lijkt Mathus’ stelling weer actueel. Niet de originele stelling maar een aan de 21ste eeuw aangepaste versie. Eénmaal men het woord bevolking in het beroemde citaat van Malthus: “de kracht van de bevolking is zó superieur aan de kracht van de aarde om te voorzien in de basisbehoeften van de mens dat steeds weer premature dood in een of andere vorm de mensheid zal bezoeken” vervangt door consumptie, huidige en toekomstige, en het woord aarde verbreedt tot alle natuurlijke grondstoffen en dus niet alleen landbouwproductie, klinkt de Malthus’ stelling plots heel wat overtuigender. Maar waarom zou men het woord bevolking vervangen door consumptie? Wel, met de globalisering van informatie en communicatie convergeren de individuele aspiraties van burgers uit ontwikkelingslanden met die van burgers uit ontwikkelde landen. Nog steeds onderschat men hoe snel, en historisch uniek, dit proces is. Meer dan de helft van de wereldbevolking heeft tegenwoordig een mobieltje; meer dan een kwart en onder jongeren wellicht meer dan de helft gebruikt internet; per minuut wordt er voor 10 uur videofilmpjes op YouTube geplaatst. Onlangs voerde Gallup voor het eerst een opinie-enquête uit over de hele wereld. Op de vraag wat mensen het meest nastreven in hun leven was het antwoord waar ook ter wereld precies hetzelfde: een goede job. Een job die hen toelaat hun materiële levensverwachtingen te realiseren. Die convergentie van consumptie in de richting van ons huidig energie-intensief, Westers voedsel- en consumptiepatroon voedt de snelle groei in de meeste van de opkomende landen zoals China, India, Latijns-Amerika en straks Afrika. Vorige week nog op een congres in Oxford werd, aan de hand van macro-economische simulaties, heel helder gemaakt hoe zo’n exponentiële groei totaal niet duurzaam is. Vrij snel loopt men vast in de beperkingen die, in pure Malthusiaanse traditie, moedertje aarde oplegt. Grondstoffenprijzen rijzen de pan uit, de minder gegoeden betalen de zwaarste prijs, voedseltekorten worden endemisch. Alsof Malthus alsnog gelijk krijgt... Hoe dan verder? Precies zoals in het verleden zal de oplossing ook hier gezocht moeten worden in nieuwe technologische toepassingen. Dat vereist echter een radicale omslag in ons denken. De vereiste technologische vernieuwingen zijn nu immers globaal van aard. Het dient tot niets energie- en milieuzuinige technologische ontwikkelingen te stimuleren in Europa, wanneer elders precies het omgekeerde gebeurt. Het is onverantwoord de voedselproductie in het kader van hervormingen van ons Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid terug te brengen, wanneer wereldwijd onder meer omwille van klimaatveranderingen juist sprake is van voedseltekorten. Kortom, we dienen in Europa radicaal het roer om te gooien van onze oude, intern gerichte Europese blik naar de nieuwe globale uitdagingen. Hoe krijgen we nieuwe technologische toepassingen, al dan niet in Europa ontwikkeld, zo snel mogelijk wereldwijd toegepast. Dus geen tijd meer verspelen aan fusies tussen Neon en Essent of tussen Suez en Gas de France, maar er eerder voor zorgen dat één van deze integreert met een Reliance uit India om zo juist veel sneller toegang te krijgen tot onze technologische kennis. En tenslotte ook geen tijd meer verspelen in interne referenda over Europese verdragen. Malthus was, voor zover mij bekend niet van Ierse afkomst. Maar zijn gedachtengoed lijkt als het ware nog steeds onze toekomst te bepalen. Luc Soete 14 juni 2008
|