Duivenoverlast

Ik heb iets met duiven, of beter duiven hebben iets met mij. Toegegeven, ik kan het niet echt wetenschappelijk onderbouwen, maar het heeft er nu toch alle schijn van. Vijf jaar geleden mocht ik hier mijn wedervaren vertellen hoe ik hartje Londen geheel onverwacht een enorme hoeveelheid duivenpoep op mijn voorhoofd kreeg. Alles zat zowat onder de vogelstront: mijn haar, mijn bril, mijn das, mijn jas. De portier van de London School of Economics waar ik zijn moest, verwelkomde mij toen met de memorabele woorden  die in momenten van twijfel nog af en toe nazinderen: “Man! You’re full of shit!”. Bewijs vond ik toen dat, ook als je niets zegt, je zomaar de grofste verwijten naar je kop kunt geslingerd krijgen. Vertwijfeld vroeg ik mij toen ook af of het een wraakactie was van een vredesduif losgelaten de avond voordien tijdens een Londense vredesmanifestatie tegen de oorlog in Irak. Die avond voordien had ik zelf immers niet meegelopen in Maastricht in de optocht tegen die oorlog maar met een lokaal beleggingsclubje zitten overleggen hoeveel Ahold-aandelen we zouden kopen. Maar vijf jaar later weet ik dus beter...
Sinds enkele maanden hebben duiven een gezamenlijke wraakactie ingezet tegen mijn Maastrichtse werkplek en die van mijn collega’s. Alles wat buitenstaat zit tegenwoordig in een mum van tijd onder de duivenpoep: de binnenplaats, de raamkozijnen, mijn fiets… Tegenwoordig begroeten bezoekers mij met de woorden: “Man! Your institute is full of shit!”

Wetenschappelijke verklaringen heb ik niet echt. Vermoedens wel. De beheerder van het instituut heet Vleugels. En dan is er ook het feit dat de in vogelvlucht nabijgelegen Sint-Lambertuskerk onlangs ook voor duiven gedesacraliseerd werd zodat ze er nu geen onderkomen meer vinden en zich blijkbaar tot ons richten. En de medewerker die zich bij ons met het gebouw bezig houdt, heet... juist Engelen. Mijn astrologische tele-adviesvrouw weet het zeker. Zelf ben ik nog niet overtuigd. De politie had vroeger een duiventil waar duiven ’s nachts opgevangen werden. Nu met de toeloop van boeven in Maastricht – een variatie op flikken in Maastricht – is daar geen plaats meer voor. Zou kunnen. Duidelijk is dat duivenoverlast van een heel andere orde is dan drugsoverlast. Geen vraag- noch aanbodbeperkingen: voedsel in de binnenstad na het sluiten van de winkels in alle rust en overvloed aanwezig en een continue aanvoer van verdwaald geraakte jonge postduiven die niets meer zien in de niet-olympische duivensport.  Duivenbiologen wijzen er trouwens op dat het wegvangen en doden van duiven alleen maar betekent dat er een plaats vrijkomt die snel weer ingevuld wordt door nieuwe exemplaren. Ik zie het elke dag aan mijn raam: jaag er één weg, komen er drie terug. Meer nog, zoals onderzoek van de wetenschapswinkel Biologie in Utrecht aantoont, zal juist “door een versnelde reproduktie van overgebleven vogels na het wegvangen” de populatie stadsduiven groter worden dan vóór het wegvangen het geval was… En dat die reproductie versneld uitgevoerd wordt, merk ik elke dag. Wat dan te doen?

Een wat creatievere collega heeft afdrukken laten printen van een duivenverslindende roofvogel en die op het raam geplakt… ongetwijfeld een mooie illustratie van het grote verschil tussen academisch en toegepast onderzoek. Maar we zullen zien… Bedrijven die geld verdienen met duivenoverlast bieden hoodzakelijk “beggar thy neighbour” maatregelen: aanbrengen van pinnen, (zwakstroom) draden, netten waardoor duiven zich verplicht zien zich elders te nestelen. Zo wordt straks de hele stad uitgerust met netten en pinnen, en is de toekomst van het bedrijf verzekerd.  En moeten al die duiven weer elke dag aan sport doen om na het culinaire festijn in de stad een overnachtingsplek te vinden buiten de stad.

Kortom, ook voor duiven wordt het tijd dat zij zich realiseren dat er niet zoiets is als een “free lunch”.

Luc Soete

13 september 2008