Herfst in VlaanderenOktober is nog steeds een revolutiemaand. Het vallen van de bladeren, lijkt hét gepaste moment om ook even flink aan de politieke boom te schudden In Joegoslavië voltrok zich begin deze maand een fluwelen revolutie, in het Midden Oosten lijkt een gewapende Palestijnse opstand nauwelijks nog te vermijden en bij onze zuiderburen werden gemeenteraadsverkiezingen gehouden die een week later nog in vele Vlaamse steden en dorpen nadreunen. Over Joegoslavië en het Midden-Oosten leest U elders ongetwijfeld diepgaande analyses en opiniestukken zodat ik er het hier met U niet over hoef te hebben. Wél over de Belgische verkiezingen en de, tegen vele verwachtingen in, opmerkelijke winst van het Vlaams Blok. Daarover kon je afgelopen week óók elke dag lezen maar wijzer werd je er niet echt van. Hoe komt het b.v. dat in rijke Antwerpse randgemeenten waar de enige vreemdelingen die in de kilometerwijde bosomgeving te bespeuren vallen Nederlanders zijn, zoveel mensen Vlaams Blok stemden? Of hoe komt het dat juist in Antwerpen, Mechelen en Lier, allemaal steden in de provincie Antwerpen met amper nog enige werkloosheid, het Vlaams Blok topscores behaalde? Heeft de Antwerpse mentaliteit misschien wat xenofobe trekjes? Dat de "sinjoor" een hoge dosis eigendunk heeft, is algemeen bekend maar xenofoob lijkt niet direct te passen in het multi-culturele verleden van de Antwerpse bevolking. Een korte persoonlijke beschouwing. De kern van de sterke opkomst van het Vlaams Blok moet mijn inziens gevonden worden in de combinatie tussen de typisch Belgische populistische trekjes van een plantrekker die lak heeft aan overheid, het unieke Belgische systeem van stemplicht en de dramatische toename in media-aandacht voor lokale verkiezingen en in het bijzonder voor kandidaat-verkozenen. Deze combinatie vormt een kruitvat voor populistisch stemgedrag. Dat de Belg een plantrekker is algemeen bekend. Het is zowat een nationale cultuurtrek die ongetwijfeld voortvloeit uit de lange geschiedenis van bezetters allerhande, elk met hun eigen regels, en die zich blijkbaar gemoderniseerd heeft in een uitzonderlijk complexe administratieve regelgeving. In België moet je wel leren je plan te trekken. Het tweede kenmerk, de unieke stemplicht, volgt als het ware uit het vorige kenmerk: terecht vreesde men immers dat zonder stemplicht maar weinig Belgen zomaar hun zondagsrust zouden opofferen om vrijwillig de weg te vinden naar het stemlokaal. Tot nu toe blijven enkele van de traditionele partijen zich met hand en tand verzetten tegen de omvorming van de stemplicht in een stemrecht. Terloops is het vermeldenswaard dat dit wel gebeurd is met de EU-ingezetenen die voor het eerst mochten stemmen vorige zondag. Het leidt tot de ultieme inconsistentie van het huidige Belgische kiessysteem dat ingezetenen van Belgische nationaliteit op straffe van boete moeten stemmen en EU-ingezetenen effectief de keuze hadden om te mogen stemmen. Hadden alle EU-ingezetenen in Antwerpen moeten stemmen dan was het Vlaams Blok in Antwerpen in percentages achteruit gegaan indien men tenminste veronderstelt dat niemand, afgezien van één of twee rijke Nederlanders, van deze ingezetenen voor het Vlaams Blok zou gestemd hebben. Het afschaffen van de stemplicht kan natuurlijk alle kanten uit, maar verondersteld mag worden dat de proteststem nu vooral het Vlaams Blok ten goede komt. Belangrijk is echter de combinatie van stemplicht met het derde kenmerk van deze verkiezingen: de enorme aandacht van de Vlaamse media voor lokale verkiezingen. In een situatie van stemrecht is zo'n aandacht essentieel om de kiezer te bewegen gebruik te maken van zijn democratisch stemrecht. De aandacht zal, zoals in de zondagsdebatten tussen partijleiders op de inhoud van de verschillende programma's gericht zijn. In een situatie van lokale verkiezingen met stemplicht verschuift de media aandacht al snel naar de meest opmerkelijke figuren of stellingnames. "We moeten immers zondag toch allemaal gaan stemmen, wat spannends valt er in Vlaanderen te beleven" was de media slogan. De lijst van BV's (bekende vlamingen): sportfiguren, trainers, modellen, ex-miss België, zangeressen, speakers en speakerinnen, dochters en zonen van bekende politici, die in praktisch elk dorp of stad kandidaat waren voor welke partij dan ook was indrukwekkend en werd breed uitgemeten in de verschillende televisiedebatten. Alleen prins Laurent ontbrak, maar die mocht niet. Je kon zowaar een verklaring vinden waarom de Belgen zo weinig medailles in Sydney behaalden: de belangrijkste kanshebbers op een medaille moesten thuis in de verkiezingscampagne ingezet worden. Kortom de Vlaamse televisiemakers hebben de politiek ontdekt als uitermate interessant mediaspektakel, de politiek de BV's. Straks zit de publieke tribune in de gemeenteraad vol met toeschouwers om een glimp op te vangen van de BV's. Om nog te zwijgen van De Winter's VPRO chocolade show. In een situatie van stemplicht leidt extreme media aandacht voor de persoon al snel tot het voeden van populistisch stemgedrag. Als je moet stemmen zul je al snel stemmen voor een knappe meid, een goeie voetballer of een extreem standpunt gebracht door een "beau parleur". Het meest bedroevende die verkiezingsnacht was dan ook ongetwijfeld het televisie interview, het eerste, met de Agalev lijsttrekster in Antwerpen, waar gekozen was voor geen BV's, maar die als één van de weinigen echt inging op de politieke redenen van het verlies van de democratische partijen in Antwerpen. Kortom, wanneer de politiek media aandacht wil verzilveren in stemmenwinst in een systeem met stemplicht zal het politieke landschap er uiteindelijk ook heel mediatiek uitzien. Arm Vlaanderen. Luc Soete
|