De euro: kalverliefde of SM?Veel sneller dan verwacht lijkt de gulden uit onze portemonnaie en onze economie te verdwijnen. Ik schat in dat nog voor het einde van dit weekend amper nog wat guldens in omloop zijn. Dat lijkt misschien opmerkelijk maar het is tekenend voor de tijd en de snelheid van de geldomloop in onze huidige economie. Bij gebrek aan voetballend Oranje straks in Japan en Zuid-Korea, speelt de president van de Nederlandsche Bank, Nout Wellink, nu voor kampioen snelheid invoering van de euro in Euroland. Of de andere landen meedoen is niet bekend, maar duidelijk is dat bij Wellink hoe dan ook geen vrees heerst voor een moderne versie van de wet van Gresham. Misschien herinnert U zich die wet nog uit het eindexamen economie: "de slechte munt verdrijft de goede munt uit de omloop". Zo'n vaart zal het nu niet lopen. Afgezien van die enkele guldens die ergens opgepot liggen en mogelijk pas na jaren ontdekt worden, is chartaal geld - de munten en biljetten - niets anders dan olie nodig voor commerciële transacties. Het meeste opgepotte geld staat netjes op een bankrekening en dat wordt allemaal elektronisch omgezet zonder dat we er iets aan moeten doen. De hoeveelheid geld in omloop die nodig is daalt dan ook steeds verder ook dankzij de vele vormen van plastiekgeld. Met de euro hopen Wellink en consorten ongetwijfeld dat de hoeveelheid munten en biljetten nog verder afneemt. Hoe dan ook de gretigheid waarmee de burger zowat overal in Europa de euro omhelsde lijkt wel heel sterk op liefde op het eerste zicht met een blind date. In grensstreken zou die kalverliefde wel eens kunnen uitgroeien tot een heuse hechte vriendschap relatie. Althans dat dacht Wellink op bezoek in Maastricht. Vreemd geld vormt inderdaad geen belemmering meer om even over de grens te gaan kijken of er nog koopjes zijn en de euro spreekt evengoed Duits, Frans als Nederlands. Maar ook al zijn die huisprijzen in Luik stukken goedkoper, ze spreken er nog, jammer genoeg zou ik zeggen, gelukkig zou mijn vrouw zeggen, steeds Frans. Het valt dus af te wachten of die grenzen nu eerder monetair geïnspireerd zijn dan wel cultureel. Ondanks Wellink's ongeduldigheid, zal slechts de tijd het zeggen. Maar de plotse euroliefde kan ook snel keren, bij voorbeeld wanneer de wat mindere karaktertrekken van de gemeenschappelijke Europese munt komen boven drijven. De echte populariteitstest van de euro komt dan ook pas later, veel later. Wanneer bij voorbeeld de groei in Europa hapert en de vaste euro wisselkoers in sommige van de armere Zuid-Europese landen, de nationale overheden onder zware sociale en politieke druk komt te zetten. De run-up naar de euro heeft zich voltrokken onder een bijzonder gelukkig gestelte van een relatief hoge groei gepaard gaande met een zwakke euro-dollar koers. Een beetje zoals tien jaar voordien de run-up naar de grote Europese Eenheidsmarkt van 1992 zich mocht verheugen in een run-up van werkgelegenheidsgroei eind jaren 80. Maar wat gebeurt er wanneer straks een sterke euro juist de Zuid-Europese landen met een nog hogere werkloosheid confronteert? De productiviteit per manuur: een goede maatstaf voor de efficiëntie waarmee een land gebruik maakt van zijn arbeid en dus ook een indirecte indicator van de hoogte van het concurrentiële loon dat een land zich kan veroorloven, ligt in Portugal of Griekenland plus minus op een vierde van de productiviteit bij ons, België, Duitsland, Frankrijk of de Scandinavische landen. Veel ruimte in die landen dus voor heel wat productiviteitsverbetering, maar ook heel veel ruimte voor verwachtingen van een hoger loon en inkomen bij de gewone burger. En het is juist die inkomensverwachting waarmee de Zuid-Europese burger de euro identifieert. Verwachting die echter slechts gerealiseerd kan worden door hogere efficiëntie. Die hogere efficiëntie komt echter niet van de euro maar zal de burger zelf moeten opbrengen of hij of zij nu werkgever of werknemer is, in de private of publieke sector werkt. En dat dit niet zo evident is toont ons Argentinië. Misschien wordt dit wel de nieuwe euro liefde paradox: in tegenstelling tot noordelijk Europa waar het oorspronkelijke euro-scepticisme nu wijkt voor euro-kalverliefde, mondt het enthousiasme waarmee in Zuidelijk Europa de euro werd binnengehaald uit in euro "SM" liefde. Scheiding zit er immers niet meer in. Ik heb geen ervaring met SM maar mogelijk betekent straks de euro voor heel wat Latijnse mannen en vrouwen de ultieme vorm van slaafse en onderworpen liefde. Of de gewone burger de geldpijn ook zo zal ervaren blijft echter zeer de vraag. Kortom de euro verliefdheid kan alle kanten op, zeker met zijn twaalven. Luc Soete
|