Meevallers en Hollandse zuinigheidVolgende week is het weer zo ver. Met Prinsjesdag in het verschiet zullen de kranten weer vol staan van allerlei inschattingen van wat ons te wachten staat, veelal gebaseerd op nog vertrouwelijke informatie. Niet dat de begrotings- en beleidsplannen van Paars II voor het eerste jaar van de volgende eeuw zo geheimzinnig zouden zijn. Veel uitgaven liggen immers al vast en vloeien voort uit het regeerakkoord van vorig jaar. Maar toch, al naar gelang het Centraal Planbureau de toekomstige groei positiever of negatiever inschat, komt meer of minder beleidsruimte vrij. Een ingewijde ben ik niet, wat Hare Majesteit ons zal voorlezen weet ik dan ook niet. Je moet trouwens de beleidsmakers het genoegen gunnen hun jaarlijkse begrotingsvoornemens zelf wereldkundig te maken. Het ritueel, de jaarlijkse concurrentie tussen de dames met de meest opvallende hoed, het is voor één dag een Brits Nederland vol met luister en pracht, echter zonder pruiken en Lords, maar wel met een veel stevigere tas voor de miljoenennota en ook een welvarender koningshuis. En ongetwijfeld is dit ook heel leuk voor de betrokken politici. Het past ergens ook goed in de Calvinistische moraal: een transparante, zorgvuldige en vroege openbaring van de geplande overheidsuitgaven voor het volgende jaar. Of men er wijzer van wordt, valt echter in toenemende mate te betwijfelen. Het blijkt immers steeds moeilijker een realistische inschatting te geven van de te verwachten economische groei en dus ook van de beschikbare begrotingsruimte. De huidige, snel veranderende wereld leent zich in zekere zin niet meer voor concretisering van beleidsvoornemens in gedetailleerde rekensommetjes. De discussie rond de miljoenennota lijkt steeds meer een virtuele vorm aan te nemen. In plaats van een discussie rond de vele beleidsplannen die zouden kunnen passen binnen de begrotingsruimte, spitst de discussie zich nu vooral toe op de potentiële belastingmeevallers. Automatisch bijna leidt deze discussie tot een voorkeur voor voorzichtigheid en zuinigheid. Als je niet zeker bent van inkomsten, heeft een beleid dat rekening zou houden met meevallers al snel iets onverantwoords. Paars voerde dan ook de zogenaamde AZalm norm@ in: belastingsmeevallers zijn alleen bestemd voor lastenverlichting of verlaging van het financieringstekort. Het zou niet veel uitmaken indien belastingmeevallers echt toeval zouden zijn en regelmatig door tegenvallers gecompenseerd worden. Maar er zijn redenen te over om aan te nemen dat juist zoals in de Verenigde Staten ook in Nederland de economie iets "nieuws" heeft: op een hoger, nieuw groei pad is beland onder meer dankzij het beter toepassen van moderne, digitale informatie- en communicatietechnologie. Bij het CPB geloven ze er (nog) niet in en dus bestaat ook hier de neiging voorzichtige groeiverwachtingen uit te spreken; al was het maar omdat het straks mooier klinkt als de groeiverwachtingen opgeschroefd kunnen worden. Een terugblik op de discussie vorig jaar rond de begrotingsplannen en ingediende miljoenennota illustreert dit ten overvloede. Even ter herinnering: vorig jaar rond deze tijd was de wereld in de ban van de spreiding van de Aziatische crisis, de mogelijke impeachment van Clinton, een naderende crash op Wall Street, onzekerheid omtrent de Euro. De secretaris-generaal van Economische Zaken zei hardop wat iedereen in economenland van het CPB tot de Nederlandsche Bank dacht: 2% jaarlijkse groei was een veel te optimistische groeivoorspelling. Professor Heertje wees er nog eens op, verwijzend naar zijn tekstboek, dat in vette jaren gespaard moest worden voor de magere jaren. Meevallers van 1998 dienden dan ook eerst en vooral aangewend te worden om het begrotingstekort verder naar beneden te brengen. Het regeerakkoord was geschreven in een periode van hoogconjunctuur en moest dan ook neerwaarts aangepast worden aan de verwachtingen van de volgende magere jaren. Intussen bedraagt de economische groei over het afgelopen jaar bijna 3%, in de Verenigde Staten zelfs 4%, de Aziatische economieën hebben een ongekende come back gekend, Wall Street heeft al weer een nieuw record doorbroken, en tegen alle verwachtingen in heeft zelfs Zalm de EU fl. 1,5 miljard kunnen ontfutselen. De meevallers stroomden dan ook de Nederlandse staatskas binnen. Niets dan positief, zou je denken. Het begrotingstekort daalt sneller en het moment nadert dat de discussie er één wordt over het verdelen van het begrotingsoverschot, allemaal dank zij die meevallers. Zoals premier Kok onlangs aangaf, zal straks na al die jaren bezuinigen opnieuw geïnvesteerd kunnen worden in onderwijs, in kennis, in zorg, in het mee laten profiteren van de minima in onze welvaart. Economie is een "dismal science". Uiteindelijk gaat het om het afwegen van bijzonder moeilijke keuzes tussen verschillende bestedingen: voor kanker- of Alzheimer- onderzoek, voor verbreding van de A2 of het veilig maken van de Napoleonsweg, voor achterstandswijken of het opknappen van een historische binnenstad, voor zovele behoeftes die nu onder de mensen leven. Keuzes die mensen vandaag ten goede zullen komen of keuzes tot uitstel, zodat slechts de volgende, meer welvarende generatie er zijn voordeel mee zal doen. In onze democratieën zijn het juist de door ons verkozen politici die hierover nu zouden moeten beslissingen nemen, niet om via de achterdeur van meevallers keuzes uit te stellen naar een nog meer welvarende toekomst. Individuele zuinigheid is veelal een deugd, maatschappelijke zuinigheid een luxe, die hoe men het draait of keert, een geringschatting inhoudt van huidige noden en behoeften, kortom zuinigheid die de wijsheid bedriegt. Luc Soete
|