|
Wilde seks
De kranten staan er de laatste weken bol van: verfoeilijke verhalen over de manier waarop dieren tegenwoordig seks bedrijven. Eerst was er het nieuws over het ruige seksgedrag van woerden in het stadspark van Maastricht. Voor alle duidelijkheid: woerden zijn geen inwoners van Woerden maar mannelijke eenden. Horden mannetjeseenden zaten in het stadspark broedse vrouwtjeseenden achterna die soms zo toegetakeld werden dat ze er het leven bij lieten. Het schokkende nieuws haalde zelfs de voorpagina van de landelijke pers. Volgens een ingezonden lezersbrief heeft dit seksgedrag echt niets te zien met "puur natuur" maar vindt dit ruige gedrag zijn oorsprong in de domesticatie van de oorspronkelijke wilde eend door de mens. In zijn oorspronkelijke omgeving was de wilde eend niet alleen monogaam, hij respecteerde ook het broedterritorium van de wijfjes. Door het gericht fokken, aldus deze lezer, werden deze economisch weinig rendabele eigenschappen niet alleen omgevormd tot polygaam gedrag, de mannetjes ontwikkelden zich tot echte seksmaniakken met geen enkel respect meer voor het broedterritorium van de vrouwtjes. Hun uitzetten in de natuur leidde al snel tot een algemene normvervaging van Maastrichtse en meer algemeen Nederlandse eenden, met alle dramatische gevolgen vandien zoals we nu elk voorjaar weer kunnen meemaken. Voor de lezer is de enige oplossing alle 350 Maastrichtse en 650.000 Nederlandse eenden te slachten. Maar er zijn natuurlijk ook andere verklaringen zoals de stelling dat het juist het uitvoerig voederen van de eenden in de winter is door de vele dagjesmensen dat er uiteindelijk toe leidt dat mannetjeseenden in het voorjaar te veel energie hebben en die dan buitensporig aanwenden in hun voortplantingsdrift. Maar nog vóór men zich echt in het onderwerp kon verdiepen, zoals de vraag of de normvervaging zich beperkt tot Nederlandse of Maastrichtse eenden, kwam dan het nieuws over de korenwolven. De korenwolven hadden, sinds ze uit hun winterslaap ontwaakt waren -- zo werd ons uitvoerig in de krant verteld -- volop seks, zonder echter dat de vrouwtjes drachtig werden. Zoals Jaap Dirkmaat, de voorzitter van Das en Boom, uitvoerig kon toelichten: "twee dagen geleden hebben ze er nog uitvoerig de tijd voor genomen. Soms ligt het mannetje er wel eens zijdelings op, maar dit was echt raak." Nu blijkt, tot de ontzetting van menig lezer die het wel en wee van de laatste overblijvende korenwolven nauw aan het hart ligt, dat het zó raak was dat twee van de drie mannetjes de ruige seks met de vrouwtjes niet hebben overleefd in de Rotterdamse diergaarde. Kortom, wilde hamsters lijken, eenmaal gedomesticeerd, precies het tegenovergestelde gedrag te vertonen van wilde eenden: de vrouwtjes lijken nu seksmaniakken geworden. Het doet het ergste vermoeden in het geval er dan toch enkele mannelijke korenwolfjes geboren zouden worden en straks uitgezet zouden worden op Avantis, het Heerlense natuurreservaat. Ik durf er niet aan denken hoe ze ten prooi vallen aan de vrouwelijke op seks beluste korenwolven. En vorige week stond dan weer in de krant dat de Nederlandse primatoloog Marc van Roosmalen twee nieuwe kleine apensoorten ontdekt had: de callithrix manicorensis en de callithrix acariensis. Hij had ze gevonden tussen de rivieren Manicore en Acari ergens in het Amazonewoud, waar de plaatselijke bevolking ze als huisdieren hield. Interessant echter was vooral Van Roosmalen's commentaar dat hij na zeventien andere tot dusverre onbekende apensoorten, vijf vogelsoorten en twee planten ontdekt te hebben, nu moest ophouden met zijn verkenningstochten: "want ik blijf maar met iets nieuws aankomen en heb geen tijd om het allemaal te beschrijven". En zo komt het dat we niets weten over het seksleven van de gedomesticeerde callithrixen. Misschien dat we er een paar kunnen uitzetten op Avantis.
Schaarste lijkt ook te gelden in onze waardering van dieren. Zodra ons ter ore komt dat van een dier nog maar enkele exemplaren bestaan, schiet de status van de betreffende diersoort en van de enkele nog levende exemplaren omhoog. Ze moeten zich voortplanten, ook al willen ze dat niet. Sommige dieren zijn echter niet te temmen. Zoals zo schitterend vertolkt in Antoine de Saint-Exupéry's dialoog tussen de vos en de kleine prins zijn sommige diersoorten niet bereid hun vrijheid in te leveren voor een band met de mens. Misschien is het precies dat wat de korenwolven ons met hun zelfvernietigende seks wilden aantonen. Liever uitsterven dan verder samen te moeten in een fokreservaat onder de auspiciën van Das en Boom. Zoals de Utrechtse Hoogleraar dierproefvraagstukken De Cock Bunning in zijn inaugurele aangaf: "wilde" dieren bestaan in zekere zin in onze contreien al lang niet meer, alle dieren zijn uiteindelijk gedoemd "gehouden" te worden. Zoals de hoogleraar het stelt: "zelfs de doortrekkende strandlopertjes kunnen in een Europa zonder grenzen beschouwd worden als beschermde diertjes die langs biologische hoofdstructuren van reservaat naar reservaat vliegen." Een zorgwekkende ontwikkeling? Juist de domesticatie van dieren die niet is ingegeven door fokoverwegingen -- of het nu om bedreigde diersoorten gaat zoals Das en Boom of om pluimveehouders, nerts of dierexperimentele onderzoekers -- biedt de kans tot persoonlijke band en respect voor het dier, zodat elke diersoort, bedreigd of niet, uiteindelijk een "mijn" dier wordt.
Luc Soete
|
|