Naarmate de financiële crisis in Azië het onderwerp wordt van economische analyse en debat, komt ook, vooral in Amerikaanse media, de kritiek los op het IMF. Jeffrey Sachs die na zijn Russische IMF ervaringen wellicht beter weet dan wie ook waarover hij praat, wijst met name op het totale gebrek aan transparantie waarmee het IMF opereert [1]. Met een totale staf van gemiddeld 7 per land kan men inderdaad veronderstellen dat de diagnose van de kwaal wel erg summier moet zijn en dat de kans op "overkill" heel groot wordt. Temeer wanneer men zoals in het geval van het IMF duidelijk iets te bewijzen heeft: in het 1997 Jaarverslag gepubliceerd aan de vooravond van de Thaise crisis, wordt, zoals Jeffrey Sachs fijntjes opmerkt Thailand's "remarkable economic performance and the authorities' consistent record of sound macroeconomic policies" nog met stip geprezen. Uiteraard een gemakkelijke kritiek, maar kritiek die terecht de vraag oproept in hoeverre het gebrek aan transparantie van de manier waarop de internationale lender of last resort zich een mening vormt en uiteindelijk tot zijn "bailout" eisen komt, nog beantwoordt aan de huidige internationale openheid van informatie en bestuur. Is het IMF vanuit dit oogpunt niet juist het internationale spiegelbeeld van wat de internationale kapitaalmarkt op zo'n dramatische manier in Azië heeft afgestraft: gebrekkige financiële transparantie?
Merkwaardig is hoe dit debat zich grotendeels onttrekt aan Nederland en de rest van EMU- Europa. Met de naderende Euro beslissing lijkt men steeds verder te lijden onder wat best omschreven kan worden als EMU beleiddiversie met het eigen interne drama of pensioenstaat Italie er nu wel of niet mag bijhoren. Daarbij predomineert ook de typische Europese cocoon visie die de Aziatische crisis als een ver van mijn bed probleem afdoet, enigszins naïef wijst op de beperkte Europese in- en uitvoer met de getroffen Aziatische landen en stiekem hoopt een graantje mee te pikken van nieuwe investeringsmogelijkheden aldaar. Maar naarmate de wereldwijde rimpels van de Aziatische vertrouwenscrisis zich spreiden, zal ook in het Westen de deflatoire druk van de Aziatische wisselkoersaanpassingen en IMF bailout maatregelen gevoeld worden. Europa kan hier in eerste instantie misschien baat bij hebben door een nóg lagere inflatiedruk en rente, maar langzaam wordt het risico steeds groter dat de wereldeconomie in een deflatoire spiraal terecht komt. De lage inflatie van de voorbije jaren was vanuit dit perspectief de resultante van technologische en organisatorische efficiëntie- en productverbeteringen: groei, productiviteit en concurrentievermogen gingen dan ook hand in hand, met een ongekende toename in winstgevendheid van bedrijven. De door de Aziatische crisis ge‹nitieerde daling in inflatie zal daarentegen de resultante zijn van een verminderde wereldvraag, met alle gevolgen vandien voor overcapaciteit in vooral wereldconjunctuurgevoelige sectoren en ook niet het ideale moment voor de invoering van een met deflatoire effecten omgeven Euro.
Niet verwonderlijk dat het IMF zowel de Amerikaanse als Europese monetaire autoriteiten in haar revised Economic Outlook expliciet verzoekt de monetaire schroeven vooral nu niet verder aan te draaien, eerder omgekeerd. Dan zullen deze, in de woorden van het IMF, "world level fluctuations" gedempt kunnen worden "owing to the lack of synchronisation of disturbances across national economies and partial absorption by external imbalances" en worden we allen beter van verdere wereldwijde financiële globalisatie. Men mag het hopen.
Het zal duidelijk zijn dat hoe men ook de huidige Aziatische crisis inschat, er effectief geen beleidsinstrumenten zijn om op te treden tegenover de toenemende internationale kapitaalmarkt volatiliteit. Mijn inziens dan ook tijd voor een hernieuwd debat rond de mogelijke invoering van de Tobin belasting: het inbrengen van een zandkorrel in de internationale geldmolen, of om het in Nederlandse beleidstermen te stellen, het invoeren van prikkels voor wat men financiële onthaasting zou kunnen noemen. Uit de talrijke amendementen op Tobin's oorspronkelijke 1972 voorstel voor een uniforme belasting op spot transacties die wisselkoersconversies inhouden, lijkt de twee traps veralgemeende Tobin belasting zoals voorgesteld door o.m. Paul Spahn het interessantst [2]. Op alle internationale financiële wisselkoerstransacties zowel spot als derivaten wordt een minimale nominale belasting geheven die de kost van kapitaal amper beinvloedt en geen effect heeft op de normale liquiditeitsfunctie van internationale financiële kapitaalmarkten [3]. Daarboven wordt een wisselkoers "surcharge" geheven die slechts in werking treedt wanneer zich daadwerkelijk speculatieve transacties voordoen; bedoeling van deze tweede trap is enkel de negatieve externaliteiten van excessieve volatiliteit te bestrijden.
Deze of andere vormen van Tobin belasting zouden uiteraard geen soelaas bieden voor de structurele problemen waarmee landen geconfronteerd worden. In het geval van de huidige Aziatische crisis, zou zo'n belasting wellicht niet geleid hebben tot het plots inzien van de noodzakelijke hervormingen in de eigen financiële sector. Maar het zou wel een grove korrel zand inbrengen in de paniek gedreven, "herd" reactie van investeerders die zich misschien wat langer zouden bedenken of de kosten van de plotse vertrouwensbreuk en het terugzien van de korte termijn leningen in hard currency wel afwegen tegen de veelal rooskleurige groeiverwachtingen van de Aziatische landen. Het zou ook de Aziatische landen het opofferen besparen van waardevolle internationale valuta en invoeren van excessieve intrestvoeten om speculatieve aanvallen af te weren. En het zou tenslotte de verwachting van grote buitenlandse investeerders ondermijnen dat waar dan ook centrale banken of IMF steeds weer met bailout operaties zullen komen. Kortom de incidentie van internationale financiële crises zou sterk beperkt worden.
De Tobin discussie mocht zich een aantal jaren geleden in Nederland in heel wat beleidsympathie verheugen zowel bij Jan Pronk als Gerrit Zalm. De wereldgemeenschap zou wel varen bij een internationaal paars initiatief.
Luc Soete
[1] Zie onder meer Sachs, J. "IMF orthodoxy isn't what Southeast Asia needs", International Herald Tribune, 4 november 1997 en "IMF is a power unto itself", Financial Times, 11 december 1997.
[2] Zie Spahn, P. "The Tobin Tax and Exchange Rate Stability", Finance and Development, June 1996, pp. 24-27, en ook Eichengreen, B. en Wyplosz, C. "Taxing International Financial Transactions to Enhance the Operation of the International Monetary System", in Kaul, I. et al. The Tobin Tax: Coping with Financial Volatility, OUP, 1996, pp. 15-39.
[3] B.v. op een niveau van 0.02% i.p.v. Tobin's oorspronkelijke 1%, wat nog steeds tot een geschatte opbrengst van $64 miljard per jaar zou leiden.