Professor dr. Luc Soete
Kort CV Luc Soete behaalde zijn economie diploma van de Universiteit Gent en zijn doctoraat economie aan de Universiteit van Sussex. Na een onderzoekscarrière in Groot-Brittanië en de Verenigde Staten met enkele baanbrekende nieuwe inzichten in de Schumpeteriaanse dynamiek van innovatie, zette hij na zijn komst aan de nieuwe faculteit economie en bedrijfskunde van de Universiteit Maastricht in 1986, het onderzoeksinstituut MERIT op in 1988 dat uitgroeide tot één van de toonaangevende onderzoeksinstituten op dit gebied in Nederland en Europa en in 2005 onderdeel werd van de United Nations Universiteit waarvan het nu het grootste onderzoeksinstituut is. Vooraleer hij naar Maastricht kwam in 1986, werkte Luc Soete achtereenvolgens aan de Universiteit Antwerpen, het Institute of Development Studies en de SPRU - Science and Technology Policy Research beide van de Universiteit van Sussex en het Departement Economie van Stanford University. Luc Soete was o.m. actief voor de OESO, als plaatsvervangend adjunct-directeur van de DSTI , voor de Europese Commissie als voorzitter en lid van verschillende High Level Expert Groepen, voor de Nederlandse overheid als lid van verschillende Commissies van Wijzen, voor NWO als lid van verschillende domeingebieden en voor de Belgische en Vlaamse overheid. Hij is ook lid van de raad van bestuur van de Maastricht School of Management (MSM), het Nederlands Forum voor Techniek en Wetenschap, en de raad van bestuur van Concentra. Zijn publicaties over de afgelopen dertig jaar bestrijken het brede terrein van de theoretische, empirische en beleidsstudie van technologische ontwikkeling en innovatie in het bijzonder. In 2002 kreeg hij de MSM Honorary Fellow Award, in 2006 de Belgische onderscheiding Commandeur in de Kroonorde en in 2010 een doctor honoris causa van de Universiteit Gent.
Uitgebreid CV (naar aanleiding van de Belgische onderscheiding Commandeur in de Kroonorde) Luc Soete (1950, Sint-Jans Molenbeek) kan beschouwd worden als één van de grondleggers van wat als innovatie studies beschreven kan worden. Dit brede multi-disciplinaire gebied dat de aard, oorspong, alsmede de determinanten en sociaal maatschappelijke gevolgen van innovatie in al zijn facetten probeert bloot te leggen, heeft over de afgelopen twintig jaar zowel in Nederland als wereldwijd een enorme expansie gekend. Eén van de hoofdredenen voor deze expansie is ongetwijfeld de erkenning zowel binnen het bedrijfsleven, de overheid als het bredere maatschappelijk veld van het toegenomen belang van kennis, en innovatie in het bijzonder, voor economische groei en welvaart, werkgelegenheid en scholing, duurzaamheid, gezondheid, sociale cohesie en veiligheid. Tezelfdertijd lijkt innovatie ook een moeilijk te behappen begrip dat zowel betrekking kan hebben op technologisch als organisatorisch gedreven proces- of productinnovaties. Soms sterk variërend tussen sectoren waarbij specifieke sectorale kennis een absolute vereiste is; soms geconfronteerd met grotendeels eenzelfde set van eerder generieke technologische toepassingen. In Europa heeft de discussie rond innovatie zich over de jaren gaandeweg uitgebreid van vrij specifieke discussies rond het succes en falen van innovaties in bepaalde bedrijfs- of overheidssectoren, tot de bredere discussie rond het al dan niet bestaan van een Nederlandse en/of Europese innovatie paradox. Ook op beleidsniveau heeft er zich een zelfde verbreding voorgedaan van discussies rond nut en zin van R&D subsidies en/of belastingsvoordelen veelal beperkt tot de betrokkenbeleidsambtenaren bij het Ministerie van Economische Zaken, tot veel bredere discussies zoals in het geval van Nederland binnen het Innovatie Platform tussen enerzijds de top van het overheidsbeleid (met de Minister President naar Fins voobeeld als voorzitter), het bedrijfleven en academische vertegenwoordigers, rond de vraag naar de noodzakelijke beleidsmaatregelen op tal van verschillende gebieden ter bevordering van innovatie in Nederland. Zelfde soort van discussies hebben zich overv de afgelopen twintig jaar voorgedaan in andere Europese landen, binnen de Europese Commissie en binnen de OESO. Opgeleid tot licenciaat in de economische wetenschappen aan de Universiteit Gent (1972, grote onderscheidng), werd Soete nadien onderzoeksassistent aan het Departement Economie van de toenmalige Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius (UFSIA) te Antwerpen. Nadien behaalde hij zijn doctoraat in de economie (1978) aan de Universiteit van Sussex met een beurs van de British Council. In 1979 werd Soete research fellow van het Institute of Development Studies en de Science Policy Research Unit van de Universiteit van Sussex. In 1985 werd hij door de toenmalige bouwdekaan van de nieuwe Faculteit der Economische Wetenschappen van de Universiteit Maastricht, Wil Albeda, aangezocht om de overstap naar Nederland en Maastricht te maken. Soete was toen nog als “visiting associate professor” verbonden aan het Departement Economie van de Amerikaanse Stanford Universiteit; toen bakermat van innovatie binnen zowel de electronische als biotechnologische sector. Vooraleer naar Stanford te vertrekken had Soete aan de Science Policy Research Unit van de Universiteit van Sussex leiding gegeven aan een reeks Britse onderzoeksprojecten (Leverhulme Trust, SSRC) over de invloed van technologische ontwikkeling op onder meer internationale handel en werkloosheid. In 1986 werd Luc Soete benoemd tot gewoon hoogleraar Internationale Economische Betrekkingen aan de Universiteit Maastricht met als expliciete opdracht het onderzoeksgebied economie van de technologische ontwikkeling, één van de drie voorziene onderzoeksspeerpunten van de nieuwe economische faculteit in Maastricht tot ontwikkeling te brengen. In 1987 legde hij er de basis van een nieuw onderzoekinstituut, genaamd MERIT (Maastricht Economisch Research instituut over Innovatie en Technologie) waarvan de theoretische en inhoudelijke onderzoekscontouren middels een internationale conferentie waarin zowat de toenmalige top van innovatie economen participeerden, vorm werd gegeven. De publicatie die hieruit voortvloeide (Dosi, G., Freeman, C., Nelson, R., Silverberg, G. en L. Soete, Technical Change and Economic Theory, 1988, met meer dan 500 SSCI citaties) kan min of meer beschouwd worden als de bijbel van innovatie studies waarbij het multi-disciplinaire karakter, ook binnen de eigen economische wetenschappen van dit onderzoeksgebied, scherp naar voren kwam. Onder leiding van Soete heeft het facultaire onderzoeksinstituut MERIT zich snel ontwikkeld tot een toonaangevend instituut binnen Nederland, Europa en ook wereldwijd. Het instituut groeide uit tot een internationale denktank met een groot aantal onderzoeksprojecten in opdracht van derden. Voor Soete was het belangrijk dat innovatie onderzoek steeds zijn relevantie op de werkvloer kon bewijzen door onder meer succes in de verwerving van derde geldstroomonderzoek. Maar ook de wetenschappelijke kant kreeg uiteraard veel aandacht. De eerste gepromoveerde binnen het instituut was John Hagedoorn, de eerste eigen AIO-er van het instituut Bart Verspagen, beiden nu respectievelijk hoogleraar in Maastricht en Eindhoven. Sindsdien hebben zo’n 30 MERIT promovendi hun proefschrift met succes aan de UM verdedigd. In 2006 waren dat er 7. Naast het eigen meer theoretische en conceptuele onderzoek heeft Soete ook vooral bijdragen geleverd aan de empirische analyse van technologische ontwikkeling en innovatie onder meer als mede grondlegger voor het Nederlands Observatorium voor Wetenschap en Technologie en het eerste Europese S&T Indicatoren rapport. Ook is Soete bekend om de belangrijke beleidsimpuls die van zijn onderzoek is uitgegaan. Daarbij aarzelde hij niet om nieuwe en soms controversiële paden te bewandelen. Te denken valt onder meer aan zijn pleidooi in 1996 voor een “bit tax”, zijn stellingnames over de nieuwe economie of zijn pledooi voor open source software en meer algemeen de economische implicaties van de uitbreiding van intellectuele eigendom voor het Europees Parlement. In 2001 werd Soete gevraagd HKH Prinses Máxima’s inburgeringscursus te verzorgen over de Nederlandse en Europese kenniseconomie, in 2005 participeerde hij ter voorbereiding van de Hampton Court summit in een ontbijtdiscussie met enkele andere Europese wetenschappers met de Britse premier Blair. In 1996 en 2002 gaf hij de Nederlandse innovatielezing. In 2005 werd hij gevraagd door de toenmalige Belgische Minister van Economische Zaken, voorzitter te worden van een Belgische High Level expertengroep rond het behalen van de zogenaamde 3%, het percentage van het BBP voor Onderzoek- en Ontwikkelingsuitgaven door de Europese Commissie voorgesteld, waaraan elke lidstaat in 2010 zou moeten voldoen. Het High Level 3% rapport van de groep onder voorzitterschap van Soete heeft onder meer geleid tot een aantal maatregelen ter verlichting van de arbeidskosten in de onderzoekswereld in België. Op dit ogenblik is Soete, in opdracht van de Vlaamse Minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap en Innovatie en Buitenlandse Handel, voorzitter van een commissie ter doorlichting van het innovatie instrumentarium in Vlaanderen. Tevens is hij voorzitter van de Commissie voor de rationalisatie en optimalisatie van het hoger onderwiojs in Vlaanderen, in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming. Onlangs nog werd Soete genoemd als nummer 4 in de Europese Kennis Top 10 van het Nederlandse Science Guide (http://www.scienceguide.nl/article.asp?articleid=103257#intro), de internet website voor docenten in het hoger onderwijs in Nederland.
Belangrijkste publicaties: Een uitgebreidere lijst van publicaties, vanaf 1988, kan men vinden op www.merit.unu.edu onder (http://www.merit.unu.edu/about/profile.php?id=10&stage=2#pub) 1. Meest geciteerde boekpublicaties: The Economics of Industrial Innovation (C. Freeman en L. Soete), 1997, Frances Pinter
Technical Change and Economic Theory (Editors: G. Dosi, C. Freeman, R. Nelson G. Silverberg en L. Soete), 1988, Frances Pinter
The economics of technical change and international trade (G. Dosi, K. Pavitt en L. Soete) 1990 Harvester Wheatsheaf
Unemployment and Technical Innovation: A Study of Long Waves and Economic Development
Technical Change and Full Employment (C. Freeman en L. Soete), 1987, Basil Blackwell
Work for All Or Mass Unemployment?: Computerised Technical Change Into the Twenty-first Century (C. Freeman en L. Soete), 1994, Pinter
The Economics of the Digital Society, (L. Soete en B. ter Weel), 2005, Edward Elgar.
Understanding the Dynamics of a Knowledge Economy, (W. Dolfsma en L. Soete), 2006, Edward Elgar.
The impact of technological innovation on international trade patterns: the evidence reconsidered, L. Soete -Research Policy, 1987,
A general Test of the Technological Gap Trade Theory, L Soete - Weltwirtschaftliches Archiv, 1981,
Firm Size and Inventive Activity: The Evidence Reconsidered, L. Soete - European Economic Review, 1979,
The Greening of Technological Progress: An Evolutionary Perspective, R Kemp, L Soete - Futures, 1992,
International diffusion of technology, industrial development and technological leapfrogging, L.Soete - World Development, 1985,
Technology Diffusion and the Rate of Technical Change, L Soete, R Turner - The Economic Journal, 1984,
Internationalization of Services: A Technological Perspective, M.Miozzo, L Soete - Technological Forecasting and Social Change, 2001,
Naast deze meest geciteerde artikelen, is Luc Soete (co-)auteur geweest van een honderdtal andere artikelen en bijdragen. Meest recente artikel:
|