Juni 2006: The university and the city
“What an amazing city!” glimlachte mijn Braziliaanse collega mij woensdagmorgen (14 juni 2006) vol bewondering toe. “It made me feel completely like back home in São Paulo .” Ik had geen flauw idee waarover ze het had. Even dacht ik aan de kop van de krant die ik nog in mijn handen had: “Weer een lijk gevonden in Maastricht”, maar zó cynisch is mijn collega nu ook alweer niet. Ik mompelde dan maar voorzichtig “good for you” bevreesd voor de mogelijke intieme onthullingen die zouden volgen. Maar ik had het volledig mis. Na het eindsignaal van Brazilië Kroatië, brak dinsdagvond “in de city”, zo vertelde ze mij, een spervuur uit van vuurwerk. Het kwam van alle kanten. En “most extraordinary” zo voegde ze er aan toe, precies een half uur later was het allemaal weer afgelopen en werd alles weer muisstil als van oudsher. Maastricht werd weer de rust zelve. In de wolken, was ze van zoveel bewustzijn bij al die voetbalminnende stadsbewoners die niet alleen echte voetbalkwaliteit appreciëerden, dus uiteraard Braziliaans voetbal, maar ook nog eens zo'n respect hadden voor de “fellow citizens” die de volgende dag weer vroeg op stap moesten. Heel wat anders dan in São Paulo.
Ik hou van Brazilië en nog veel meer van Braziliaanse vrouwen; haar brutaal uit haar droom helpen om haar te vertellen dat die afgelopen dinsdag de burgemeester van Maastricht, ter ere van het jaarlijks congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, al zijn Nederlandse collegae burgemeesters, wethouders en andere gemeentelijke ambtenaren, een groots vuurwerk aanbood, het leek mij niet echt gepast. Ik moest terug denken aan het verzoek zo'n vijftien jaar geleden, gemeentelijk verzoek dat toen gericht was aan de directeuren van internationale instituten die Maastricht toen rijk was, om in de aanloop naar de Eurotop in één slogan een gepaste omschrijving voor Maastricht te bedenken. Ik kon toen niets beter bedenken dan Maastricht: Europa's kleinste metropool waarvan ik dacht dat het misschien wat ver gegrepen was – de Eurotop moest nog komen, de universiteit was louter op Nederlandse studenten aangewezen, het enige internationale aan de staf waren de enkele Belgen en Duitsers aan de Economische faculteit; en de internationale instituten waren op het Europees Instituut voor Publieke Administratie en de toen nog RVB geheten Maastricht School of Management na, relatief klein. Maar het leek mij, als diecteur van het toe nog jonge, maar volledig internationaal opererende MERIT, een gepaste, voor de stad na te streven, slogan.
Mijn Braziliaanse collega die dacht dat een gemeentelijk oer-Nederlands vuurwerk, een spontane reactie was van internationale voetbalgekte in Maastricht, het leek mij vijtien jaar later toch wel een goede illustratie dat Maastricht aardig in de buurt was gekomen van mijn slogan. Dus antwoordde ik met typische Maastrichter geis allures dat dit in Maastricht heel gebruikelijk was bij Latijns Amerikaans voetbal. Trouwens werd er niet zaterdagavond, na de overwinning van Argentinië op Ivoorkust ook al vuurwerk afgestoken, vroeg ik haar. Ja, ze herinnerde zich zoiets wel, maar het was hoe dan ook veel minder indrukwekkend geweest.
In het geval U het vuurwerk bij de start van het WK voetbal in Maastricht vorig weekend niet gehoord hebt, het was deze keer de Universiteit Maastricht die met veel feestgedruis haar dertigjarig lustrum vierde. Er was niet al te veel volk op afgekomen maar gelukkig waren er al die Duitse en buitenlandse studenten en medewerkers die zich dankzij het vuurwerk met hun voetbalidolen konden vereenzelvigen. Van de 32 landen die aan het WK meedoen heb ik er in het huidge UNU-MERIT vijftien vertegenwoordigd onder de vorm van studenten en medewerkers uit die landen. Van Zweden tot Ghana en Argentinië, en natuurlijk ook Brazilië. En uiteraard nog veel meer medewerkers van landen die niet aan het WK deelnemen. In totaal telt UNU-MERIT nu 40 verschillende nationaliteiten[1], ik heb ze zelf nog even nageteld. En voor de goede orde, ik maak hierbij geen onderscheid tussen Vlamingen, Walen en Brusselaars!
Met zijn dertig jaar is de UM één van de allerjongste universiteiten in Europa en wellicht degene die het snelst internationale reputatie en bekendheid heeft vergaard. Dat is in velerlei opzichten opmerkelijk. De meeste van de andere nieuwe universiteiten die in de jaren 60 opgericht werden, zoals Warwick of Sussex, de zogenaamde “red brick” universiteiten in Engeland, die nu internationale reputatie genieten, werden opgericht onder het gesternte van de toeloop van de nieuwe generatie baby boomers. Elders ontstonden nieuwe universiteiten uit de herorganisatie van reeds bestaande oudere universiteiten, zoals de Leuvense splitsing in een Katholieke Universiteit Leuven en de Université Catholique de Louvain in Louvain–la–Neuve of de opscholing van reeds bestaande technische hogescholen in Technische Universiteiten in Nederland. Vanuit dit perspectief, is het succes van de universiteit Maastricht toch wel vrij uniek voor een instelling die opgericht werd louter vanuit het perspectief van regionale ontwikkeling.
Zowel in de groei van opleidingen, het aantrekken van studenten als in de opbouw en kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek, is de universiteit Maastricht erin geslaagd in een onvoorstelbaar korte periode uit te groeien tot een absoluut wereld kenniscentrum op een aantal kennis niche gebieden. Uiteraard praat ik voor eigen parochie, maar het succes van de UM kan b.v. goed afgemeten worden aan de omvangrijke onderzoeksinvesteringen die een 100-jarig bedrijf als DSM zich nu getroost in de oprichting samen met de jongste universiteit van Nederland in een life sciences campus in Geleen. Ter vergelijking, de high-tech A2 campus in Eindhoven is een initiatief van Philips eerst en vooral gericht op de eigen open innovatie richting andere bedrijven. De TUe zelf is er slechts zijdelings bij betrokken.. Internationale classificaties van universiteiten zoals die van de Chinese Shanghai Jiao Tong Universiteit (zie http://ed.sjtu.edu.cn/rank/2005/ARWU2005Methodology.htm ) waarin de UM onderaan bengelt, geven wat dit betreft een vertekend beeld ten faveure van oudere universiteiten, één van de rankschikkingscriteria is b.v. de Nobelprijzen van alumni. De rangorde lijkt vanuit deze optiek eerder op de rangorde van universitaire dinosuarussen dan van dynamische nieuwe universitaire hotspots.
Paradoxaal genoeg is hét zwakke punt in het succesverhaal van de UM, de lokale werkgelegenheid van de afgeleverde universitairen: juist het oorspronkelijke doel en de uiteindelijke reden tot oprichting van een nieuwe universiteit in Maastricht, het tegengaan van de uitstroom van “brains” uit de regio! Om het in een slagzin uit te drukken: dertig jaar geleden waren het de brains van VWO studenten, vandaag die van afgestudeerde universitaire studenten die de regio verlaten. En terwijl de VWO studenten vroeger naast Eindhoven, Nijmegen en Tilburg, en soms ook naar Aken en Leuven gingen, niet al te ver van huis, gaan ze nu, vier jaar later na hun studies naar Amsterdam, Brussel, Londen, Berlijn en andere grote economische centra in Europa en wereldwijd.
De mobiliteit van studenten, en jongeren meer algemeen, is een complex verhaal waarover niettemin interessante economische inzichten bestaan. Belangrijkste verklarende factor in de mobiliteit van afgetudeerden is de aantrekkingskracht van de grootstad. De grootstad biedt echter niet alleen schaalvoordelen in het makkelijker vinden van een gepaste job, maar ook en vooral biedt de grootstad schaalvoordelen in het vinden van een gepaste partner. Niet voor niets heet de populaire televisieserie sex and the city . Zoals Coen Teulings, de nieuwe directeur van het CPB, in zijn vorig leven met enkele collega economen aantoonde in een bijdrage getiteld Marriage and the city ( http://ideas.repec.org/p/dgr/uvatin/20050015.html ), kan de grootstad in zekere zin beschouwd worden als een “huwelijksmarkt”. Jongeren maar ook gescheiden singles trekken naar de grootstad omwille van de lagere kosten in het zoeken naar een partner en het feit dat ze dankzij de omvang van het aanbod van mogelijke partners, ook veel kieskeurig kunnen zijn. Ik weet het, dit klinkt allemaal weinig romantisch. Maar dat vinden economen nu juist heel leuk... de romantiek de grond inboren. Want wat blijkt: zodra getrouwd, trekt men zich zo snel mogelijk terug uit de grootstad.
Kortom, wil de Universiteit Maastricht en de stad Maastricht meer profijt halen uit universitaire afgestudeerden dan liggen een aantal eenvoudige conclusies voor de hand. Focus je lokaal werkgelegenheidsbeleid op de aantrekkelijkheid van een kleine, op menselijke maat geschoeide stad voor jonge koppels al dan niet met kinderen. Bouw anderzijds de aantrekkingskracht richting buitenlandse, multi-culturele studenten en jongeren ook verder uit. Praat, naast Maastrichts, in de winkels, pubs en restaurants, zoals van oudsher in een grensstad als Maastricht buitenlandse talen: Engels, Duits, Frans, Italiaans, Spaans. En organiseer nóg meer vuurwerk, dans en feest partijen niet zozeer om Hollanders “die zich Maastricht gunnen” een Europees gevoel mee te geven, zoals het vuurwerk ter ere van het VNG bezoek omschreven werd, maar voor studenten, singles en andere internationale medewerkers van universiteit en aanverwante internationale instituten, bedrijven, en instellingen. Buit met andere woorden de mogelijkheden om in deze kleinste metropool van Europa een multi-culturele “huwelijksmarkt” te creëren ten volle uit.
In Maastricht ligt uiteindelijk de regionale verankering van universitaire studenten in de verdere internationalisering van universiteit én stad.
[1] Nederland, Duitsland, Frankrijk, Engeland, Italië, Zweden, Spanje, Ukraine, Servië-Montenegro, Iran, Brazilië, Argentinië, Ghana, Verenigde Staten, Mexico en Nigeria, India, Vietnam, Ethiopia, Canada, Zambia, Rwanda, Zuid-Afrika, Kenya, Uganda, Griekenland, Indonesië, Noorwegen, België, Rusland, Georgië, Kirgistan, Israel, Finland, de Filippijnen, Turkije, Ierland, Oostenrijk, Thailand, Peru, Bulgarije.
Luc Soete
blog archief
|