WEBLOG |
||
De avonturen van professor Soete | ||
|
Afgelopen zondag (10 juni 2007) waren het weer eens verkiezingen in België. Ik zeg weer eens omdat je in België naast de federale, dus Belgische verkiezingen ook nog regionale: Vlaamse, Waalse en Brusselse verkiezingen hebt. De federale verkiezingen van afgelopen zondag vonden plaats na acht jaar Belgisch paars: een tweemaal volledig parcours van premier Verhofstadt. Beter dus nog dan Kok destijds in Nederland (1994-2002) waar het tweede paarse kabinet Kok II in het zicht van de eindstreep alsnog de handschoen in de ring moest gooien omwille van de Srebrenica affaire. De algemene indruk van een grote politieke “stemdrukte” bij onze zuiderburen vloeit dan ook structureel en rechtstreeks voort uit de asymmetrie tussen de Belgische en Vlaamse verkiezingen. Die laatste verkiezingen grijpen niet om de vier maar om de vijf jaar plaats. De laatste regionale verkiezingen vonden drie jaar geleden plaats om precies te zijn op 13 juni 2004; de volgende in 2009. De volgende Belgische verkiezingen zullen dan weer plaats vinden in vier jaar tijd in 2011. En de Belgische gemeenteraadsverkiezingen vonden dan weer laatst plaats op 8 oktober 2006 en vinden de volgende keer plaats in 2012, zes jaar later. Zo moeten Belgen wel heel veel stemmen, in de huidige digitale informatiewereld met zijn volatilteit in stemgedrag, niet bepaald bevordelijk voor de politieke stabiliteit van een land. In tegenstelling tot de meeste andere democratische landen moeten Belgen ook nog stemmen op straffe van boete. Vorige keer, had de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken, Louis Michel, er een punt van eer van gemaakt ervoor te zorgen dat Belgen verblijvend in het buitenland ook allemaal zouden stemmen. Vier jaar geleden vertelde ik er uitvoerig over in mijn column in De Limburger Stemmen in België. Maar deze keer hadden mijn vrouw, mijn kinderen, noch ikzelf, nog steeds allemaal buitenlandse Belgen woonachtig in Nederland, geen stempapieren gekregen. Geen idee waarom. Stemmen zat er dus deze keer, zoals acht jaar geleden toen van de 580.000 buitenlandse Belgen er slechts 18 hun stem konden uitbrengen, voor ons dus ook niet in. Ik voel mij dus gezien de toch wel vrij complexe verkiezingsuitslag die op eerste zicht het land zowat onbestuurbaar lijkt te maken dan ook zowat als “de laatste der Belgen”: beveiligd in Maastricht tussen andere Belgen en onbevlekt door Belgische, Vlaamse, Waalse of Brusselse belangen, om niet te spreken van mijn Duitstalige landgenoten die hier aan de Faculteit dramatisch oververtegenwoordigd zijn. Voldoende reden, dunkt me, om U een onafhankelijke analyse van de Belgische verkiezingen van afgelopen zondag weer te geven: de schuld kan ik trouwens gemakkelijk op al die andere Belgen steken, die wél gestemd hebben. Een analyse die U trouwens in geen Belgische, want die bestaan niet, krant of televisie talkshow zult vinden. Vooraleer U verder leest raad ik U echter aan eerst een aantal vorige columns, verschenen in De Limburger en elders op deze website rearchiveerd, te lezen. In chronologische volgorde: eerst die over de invloed van dioxine op kippen en dus ook op de niet-verkiezing van Jean-Luc Dehaene in 1999 (Trop is teveel van 5 juni 1999), met als toetje een onverwacht neveneffect van wat toen “de moeder van alle verkiezingen” heette op Vlaamse pubermeisjes (Always Colla van 26 juni 1999). Nadien het verslag van de discussie met mijn zoon die vier jaar geleden voor het eerst (en mogelijk dus ook voor het laatst) ging stemmen in België (Stemmen in België van 9 mei 2003) en tenslotte om wat meer van de Vlaamse eisen over de grondwetsherziening te begrijpen: Bourgondisch Hallucinant Verrassend van 14 mei 2005. Done? Goed: daar gaan we dan, maar nu wordt het wel heel wat serieuzer. Wat als eerste opvalt en dit lijkt toch wel onlosmakelijk verbonden met de carrousel van elkaar opvolgende Belgische en Vlaamse verkiezingen, is dat zowel de heren en dames kandidaat verkozenen als de kiezers misbruik gemaakt hebben van de geboden stemmogelijkheid. Daar waar deze verkiezingen gingen over het aanwijzen van vertegenwoordigers in het Belgisch parlement en senaat, met als doel de uiteindelijke vorming van een federaal Belgisch kabinet, werd de verkiezing aan Vlaamse zijde gedomineerd door Vlaamse regionale eisen, met name dan vanuit de partij die in het federale parlement in de oppositie zit en een cartel vromt met NVA, de CD&V, het Vlaamse CDA. De keuze om als voorman Yves Leterme, de Vlaamse Minister president naar voor te schuiven die tot op het laatste moment twijfel liet bestaan of hij nu al dan niet kandidaat Belgisch Minister President zou zijn was daar uiteraard debet aan. In gelijk welk ander land zou de voorkeur voor een nationaal tegenover een regionaal Minister Presidentschap inhouden, wat dat ook moge zeggen over de regionale politieke commitment van de betrokkene, dat men zich in de aanloop van nationale verkiezingen toch vooral zou willen identifiëren met het hele land, dus ook met de andere regio’s van dat land. Niet zo in België: door de sterke regionalisering van het kiesstelsel waarbij b.v. kiezers in Vlaanderen slechts voor Vlaamse kandidaten kunnen stemmen, hoef je helemaal niet populair te zijn in de andere regio – waarbij juist het feit dat hieraan in het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde (zie Bourgondisch Hallucinant Verrassend) nog steeds kan ontsnapt worden, één van, zoniet hét centrale agendapunt is van de Vlaamse eis tot verdere staatshervorming. Het resultaat laat zich raden... Hoe radicaler je Vlaamse eisen, hoe meer Vlaamse vlaggen achter je spreekstoel, hoe scherper je aanvallen op politici en partijen uit de andere regio, hoe meer stemmen je zult halen. Maar of je met al die stemmen er binnen het kader van federale verkiezingen iets mee bekomt, valt zeer te betwijfelen. Integendeel, hoe populairder je je maakt met je Vlaamse eisen tegenover de Vlaamse kiezer, hoe moeilijker het straks wordt in de onderhandelingen met de verkozenen aan de andere kant van de taalgrens. Want die willen juist politieke munt slaan uit het vooral niet toegeven aan Vlaamse eisen. Voor alle duidelijkheid: ik heb het hier niet over gegronde, op economische argumenten gebaseerde, voorstellen voor verdere economische decentralisatie onder meer op het gebied van arbeidsmarkt en loonvorming waar juist Wallonië nu de grote prijs betaalt van het op Belgisch niveau sociaal overleg voeren tussen werkgevers en werknemers. Via dit overleg zet de sterke druk op de lonen in Vlaanderen, omwille van de hogere economische groei, de snellere vergrijzing en toenemende arbeidsmarkttekorten zich immers om in nationale loonnormen die in Wallonië het probleem van de werkloosheid, en uit de markt geprijsde arbeidskosten nog versterken. Neen: hier heb ik het over de hoofdzakelijk politieke argumenten voor meer eigen regionale bevoegdheden, voor steeds verder doorgedreven geografische splitsing van overheidsdiensten en dergelijke meer die bijna nooit gewag maken van de bijkomende administratieve kosten, de culturele verschraling en de aanwakkering van nationalistische onderbuikgevoelens (zie Herfst in Vlaanderen 14 oktober 2000) die dit tot gevolg hebben. Op dit ogenblik is wellicht het “hallucinants” om een geliefde uitdrukking van een ander Vlaams kopstuk, Pieter de Crem, te gebruiken, dat was het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde gesplitst geweest zoals de Vlamingen met veel tramelant eisten (Bourgondisch Hallucinant Verrassend), zij met deze verkiezingsresultaten effectief twee zetels minder in het Belgisch parlement zouden gehad hebben. Het zou mij dan ook niet verrassen mocht deze Vlaamse eis, wél snel ingewilligd worden door de franstalige gesprekspartners. Zowat het toppunt van politiek misbruik van deze federale verkiezingen, was ongewtijfeld de slotmanifestatie van de CD&V waarbij partijvoorzitter Yves Leterme, met als achtergrond, zoals op wielerkoersen, rondwapperende Vlaamse vlaggen, zijn CDA-collega Balkenende aanzette mee het Vlaamse volkslied te zingen. Arme Jan-Peter, ik veronderstel dat hij zijn komst enkele maanden geleden toegezegd had toen Leterme zo direct bereid was het voorstel voor een Vlaams tolvignet van zijn collega, Vlaams sp.a Minister van Mobiliteit Kathleen Van Brempt, zonder enig overleg, in te trekken. De lippen van Jan-Peter aflezend van het televisiescherm, dacht ik zowaar op de toon van de Vlaamse leeuw “o dierbaar België, o heilig land der vaderen” te kunnen ontcijferen. Heel grappig trouwens. Kortom, waar Leterme mee bezig was, was een beetje alsof Nicolas Sarkozy, een andere vlag- en volkslied fanaat, er tijdens zijn verkiezingsmeeting aan Perpignan er voor Catalaanse vlaggen uit volle borst El Cant del Ocells (http://www.trovadores.net/nc.php?NM=1678) had zitten meezingen. Benieuwd hoeveel Fransen dan op hem zouden gestemd hebben. Maar in Vlaanderen hapten de kiezers natuurlijk gretig toe, met alle gevolgen vandien voor België. Een min of meer onbestuurbaar land. Zoals de andere partijvoorzitters in de aanloop naar de verkiezingen, in verschillende debatten Leterme vele malen uit zijn dromen probeerden te halen: it takes two to tango in België. En tango leer je noch in enkele uren of dagen en dien je éénmaal je de basisregels kent, regelmatig te onderhouden met je partner. Daar kan zelf ik van meespreken! Een tweede opvallende factor en dan vooral wat de uitslag van de verkiezingen betreft, is het forse verlies van de Vlaamse socialisten, de Socialistische Partij Anders, de partij met het sp.a acronym dat staat voor sociaal, progressief en alternatief voor het beroemde Waalse water. De partij verloor procentueel en in zetels het meest van alle partijen: bijna het dubbele aan zetels (-9) vergeleken met de met schandalen geplaagde franstalige socialisten (-5). Vooraf had iedereen gedacht aan een mogelijk fors verlies voor Verhofstadt en zijn OpenVLD partij, met eventueel een licht verlies voor de Vlaamse socialisten. Niet dus: sp.a kreeg totaal onverwachts de zwaarste klappen. Het verkiezingsresultaat lijkt hier op eerste zicht op de dramatische neergang van de PvdA in Nederland na Kok’s paars II. Maar in Nederland was de neergang van Ad Melkert na de moord op Fortuyn – herinnert U zich nog: “de kogel kwam van links” – wel verwacht. In Vlaanderen was de neergang van wat omschreven zou kunnen worden als de Vlaamse Melkert, sp.a partijleider Johan van de Lanotte, totaal niet. Nochtans is er wel degelijk een parallel. Juist zoals in Nederland, lijdt ook de Vlaamse sociaal-democratie sterk onder de intellectualisering van zijn politieke vertegenwoordigers. Johan Van de Lanotte, opvolger van ex-cafébaas en populaire Limburger Steve Stevaert als partijvoozitter van de sp.a, is hoogleraar publiek recht aan de Universiteit Gent. Hoogleraren moeten mijn inziens geen partijleider willen zijn van een sociaal-democratische partij. De sociale kloof met traditionele kiezers is veel te groot. Van de Lanotte won zowat alle televisie debatten met zijn analytische vaardigheden, feitenkennis en hoffelijkheid. Maar hij won er samen met zijn pupil Freya Van den Bossche, die hem als vice-premier en begrotingsminister opvolgde in het kabinet Verhofstadt – een perfecte imitatie van “the beauty and the beast” – er wellicht geen enkele stem mee vanuit de traditionele arbeidersklasse. Waar waren de wat oudere socialistische rotten in het vak zoals een Steve Stevaert, Louis Tobback of Freddy Willock die ook de taal van de gewone man kennen? Steve Stevaert had een gezonde dosis cynisme richting professorenwijsheid, waarvan ikzelf ook nu en dan mocht proeven. Kennis verhoudt zich moeilijk tot populisme. Het verschil tussen Johan Van de Lanotte en de grote, onverwachte winnaar van de verkiezingen Jean-Marie De Dekker was levensgroot en doet opnieuw denken aan het verschil tussen Ad Melkert en Pim Fortuyn. Jean-Marie De Dekker lijkt in velerlei opzichten op een aan Vlaamse cultuur en gewoontes aangepaste Pim Fortuyn. Zoals Fortuyn heeft De Dekker zowat alles voor zich om de populistische Vlaamse stem naar zich toe te trekken: zelfs de voornaam doet onmiddellijk denken aan die ander bekende Vlaamse sportman die een tweede media carrière als soap star begon. Jean-Marie dankt zijn populariteit zoals Pim destijds ongetwijfeld ook aan radicale vrijbuiterstellingnames. Maar nog meer: dankzij De Dekker’s correcte inschatting van de wijd verspreide dopingpraktijken in het Vlaamse wielrennen, het gespreksonderwerp in de meeste cafés in Vlaanderen, zeker in de Westhoek, heeft hij ook een zeker krediet opgebouwd dat ook een rol heeft gespeeld in zijn plotse succes, zeker in verhouding tot de gemeenteraadsverkiezingen van oktober vorig jaar die Van de Lanotte toen nog won. De vorming van het B&W college toen in Oostende, thuisbasis van zowel Van de Lanotte als De Dekker, waarbij Van de Lanotte de collega’s van de OpenVLD onder druk zette om De Dekker uit de eigen lokale partij te sluiten, is ongetwijfeld een andere factor achter het lokale succes van De Dekker. Niets beter om kiezers te winnen, zoals Fortuyn destijds ook ontdekte, dan zich kunnen afzetten tegen regenten en politieke partijbonzen. Heel wat kiezers erkennen zich in verongelijkte miskenning. En voor de rest kwamen alle populaire onderwerpen waarmee De Dekker tegen Van de Lanotte kon scoren aan bod: snelheidsbeperkingen op autosnelwegen, persoonlijke aanvallen, beledigingen, etc. Zo verwierf De Dekker het aureool van de politicus die durft zeggen wat het volk denkt met ook nog het charisma van een wat vergrijzende, oud-Judo coach, macho man die met bravoure kan wijzen op zijn in de sport verdiende strepen. Van de terrassen op de dijk van Blankenberge tot Middelkerke voor al die Vlaamse gepensioneerden, de ideale schoonzoon. Toekijkend vanuit Nederland zou ik bijna geneigd zijn te zeggen: geniet ervan zo lang het duurt. Het wordt een lange politieke Belgische zomer... Luc Soete
|
blog archief