WEBLOG
De avonturen van professor Soete  


September 2006: When security gets out of control

Afgelopen week mocht ik weer eens een lange intercontinentale vliegtuigreis maken. Het zijn tegenwoordig weer wat spannender reizen want je weet niet langer of je ook echt zult aankomen. Niet omwille van één of andere aanslag maar omdat je gezicht je medepassagiers niet bevalt of de piloot in het midden van de reis aankondigt dat hij wegens onvoorziene omstandigheden alsnog besloten heeft terug te keren, uiteraard ter beveiliging van ons allen. En ook geen mobieltje bij de hand om nog even door te geven aan vrouw en werkbaas dat je even pech hebt. Dan, bedenk ik me, hadden we ook nooit geweten wat er precies gebeurd was in die laatste momenten van vlucht United Airlines 93, het vierde gekaapte vliegtuig dat op 11 september ergens in een weiland in Shanksville neerstortte. De passagiers zouden immers hun mobieltje bij het inschepen hebben moeten inleveren. Enfin, ik pen dit allemaal neer hoog in de lucht op mijn laptop want gelukkig vloog ik niet naar of over de VS. Alles mocht ik dus meenemen in mijn handbagage: wat gel geprepareerde acetone peroxide verborgen in mijn tandpasta tube, wat nitroglycerin in mijn flesje spa blauw en wat ontstekers verborgen in mijn laptop. En mijn mobieltje om het hele spul aan het werk te krijgen. Grapje! Je mag tegenwoordig geen grapjes meer maken in een vliegtuig, je moet zelfs oppassen met wat je zegt. Je mag alleen nog kijken naar grappige filmpjes: tekenfilmpjes over bommen die op de meest onvoorziene momenten steeds weer ontploffen. Maar erover schrijven op je eigen laptop in een vliegtuig moet wel kunnen, vind ik. Ik moet wel oppassen: de man naast me keek me al enkele keren aan. Het was vroeg vanmorgen en ik was weer eens vergeten mij te scheren. Misschien leest hij wel mee...

In principe, aldus de logica van de nieuwe, strenge veiligheidsmaatregelen die de VS en het VK ons in Europa willen opdringen, zou ik mij nu tijdens deze minder beveiligde reis onveiliger moeten voelen dan als ik op weg zou zijn naar de VS of in een Amerikaans vliegtuig zou zitten omringd door air marshalls. Maar dat voel ik nu juist niet . Integendeel, eerder omgekeerd met Britse en Amerikaanse veiligheidsregels zou ik mij nu wellicht veel onveiliger voelen. Want al die bijkomende veiligheidsmaatregelen die sinds 11 september ingevoerd werden: geen scherpe metalen objecten aan boord, schoenen uit bij controle, en nu geen liquide middelen meer in de handbagage, lijken steeds weer maatregelen die achter de feiten aanhollen. Maatregelen die genomen worden nadat één of andere kwibus op het briljante idee kwam om nu even dit uit te proberen. Geen terrorist die nog van deze mogelijkheden gebruik zal willen maken, integendeel hij zal nieuwe mogelijkheden bedenken. Nieuwe aanslagen bedenken lijkt zo wat te zijn verworden tot de creatieve, innovatieve prikkel onder het terrorismegilde, precies zoals in het tekenfilmpje waarin de bommenlegger echter steeds faalt. Terroristen lijken vanuit dit perspectief een beetje op de hackers met betrekking tot computerbeveiligingssystemen. Je probeert telkenmale weer iets anders. En aan creatieve mogelijkheden wat aanslagen betreft geen nood.

De Amerikaanse terrorisme expert goeroe Bruce Schneier loofde een prijs uit voor de meest angstaanjagende en originele aanslag in de VS. Hij kreeg zo'n 780 voorstellen opgestuurd, allemaal te lezen op zijn weblog waarvan het winnende voorstel in één klap de hele oostkust van de VS in ellende zou storten. Waarom doet iemand zoiets, vraagt U zich misschien af. Wel, de marketing van terrorisme expertise heeft zo zijn wat excentrieke kanten. Maar zijn stelling dat terroristische aanslagen allesbehalve gemakkelijk zouden zijn en slechts afhankelijk van wat goede ideeën, vindt veel weerklank in de innovatie literatuur. Zoals Schneier het zelf stelt: “ good terrorist ideas are a dime a dozen. Anyone can figure out how to cause terror. The hard part is execution.“ (http://www.schneier.com/essay-117.html)

En dat is nu juist het dilemma van veiligheidsdiensten. Steeds verder doorgedreven strengere beveiligingsmaatregelen die zich richten op wat terroristen de laatste keer deden of van plan waren te doen zijn, lijken steeds meer op wat Schneier veiligheid “theater” noemt: theatrale maatregelen die de reiziger en vliegtuigmaatschappijen tijd, gemak en geld kosten zonder enig mogelijkheid tot weerwoord – niets gaat immers boven veiligheid – en amper iets toevoegen aan de veiligheid van passagiers, laat staan ons veiliger doen voelen. Integendeel, zij sporen terroristen aan andere, verschillende tactieken te bedenken. Voor terroristen is uiteindelijk het opblazen van vliegtuigen, treinen of bussen niet het doel, het is slechts één uit vele andere middelen om angst te verspreiden. Twee jaar geleden, vlak voor de Amerikaanse verkiezingen van 2004, schreef ik in mijn column voor De Limburger over Osama Bin Laden's laatste videoboodschap. Deze boodschap gaf goed weer wat ik toen als “de economie van terrorisme” omschreef. “Met elke 1000 $ die wij uitgeven aan aanslagen en bedreigingen, antwoordt Amerika en het Westen met het duizendvoudige aan anti-terreur uitgaven. Zo zullen wij uiteindelijk de Amerikaanse en Westerse economieën ten gronde brengen” aldus Bin Laden in zijn video gericht aan Bush en Kerry.

Twee jaar later, is het besef dat terroristen in de eerste plaats uit zijn op het creëren van angst, nog steeds niet doorgedrongen tot de meeste politici en zeker niet tot de veiligheidsindustrie die om het iewat cynische economische termen te stellen als het ware “leven” van de dreiging. Zoals Schneier het stelt: “It's easy to defend against what the terrorists planned last time, but it's shortsighted. If we spend billions fielding liquid-analysis machines in airports and the terrorists use solid explosives, we've wasted our money. Focusing on tactics simply forces the terrorists to make a minor modification in their plans. There are too many targets -- stadiums, schools, theaters, churches, the long line of densely packed people before airport security -- and too many ways to kill people. Security measures that require us to guess correctly don't work, because invariably we will guess wrong. Airport security is the last line of defense, and not a very good one at that. Sure, it'll catch the sloppy and the stupid -- and that's a good enough reason not to do away with it entirely -- but it won't catch a well-planned plot. We can't keep weapons out of prisons; we can't possibly keep them off airplanes. The point of terrorism is to cause terror, sometimes to further a political goal and sometimes out of sheer hatred. The people terrorists kill are not the targets; they are collateral damage. And blowing up planes, trains, markets or buses is not the goal; those are just tactics. The real targets of terrorism are the rest of us: the billions of us who are not killed but are terrorized because of the killing. The real point of terrorism is not the act itself, but our reaction to the act.” (http://www.schneier.com/essay-124.html)

Zoals ik het zelf destijds schreef in mijn eigen Limburger column (11/12/2004: De bodemloze put van veiligheid): “Vanuit louter economisch perspectief zijn aanslagen, hoe massaal in termen van aantallen slachtoffers ook, niet echt belangrijk. De aanslag op hét symbool van het wereldkapitalisme in hartje Manhattan met zijn enorme menselijke tol en massale fysieke vernietiging, had amper enige directe impact op de Amerikaanse economie. Hetzelfde gold voor de metro-aanslagen in Madrid . [Londen had toen nog niet plaats gevonden, LS ] De echte economische impact van deze aanslagen… is indirect. Een breed gevoel van angst en wantrouwen creëren doorheen alle lagen van de bevolking. Daarvoor zijn slechts enkele aanslagen nodig; het grootste deel van de tijd kan “volstaan” worden met dreigingen en af en toe een video opname. Daarbij wordt vooral gebruik gemaakt van de natuurlijke reactie op aanslagen bij de bevolking, die roept om meer veiligheid, politici die zich als het ware verantwoordelijk voelen voor de aanslag omdat ze de dreiging niet op tijd of onvoldoende erkend hebben, en aangeslagen veiligheidsdiensten die uit het feit dat ze die ene keer niet hebben kunnen voorkomen dat een aanslag zich voltrok, de conclusie trekken dat ze te weinig middelen voor handen hebben. Het is onze 'paradox van veiligheid' waarop Osama Bin Laden de vinger heeft weten te leggen: de achillespees in zekere zin van onze democratische open economieën. De meest veilige maatschappij is die met zo weinig mogelijk blauw op straat, waar niemand beveiligd moet worden, waar zo weinig mogelijk uitgegeven moet worden aan veiligheid en niettemin iedereen zich veilig voelt. Tezelfdertijd is met onze welvaart juist veiligheid uitgegroeid tot iets waar we volledige zekerheid over willen hebben. Zo vormt veiligheid het ideale voorbeeld van de bodemloze financiële put. De oneindige vraag om meer beveiliging leidt immers niet tot een groter veiligheidsgevoel.” (De bodemloze put van veiligheid, 11/12/2004)

Iedereen om me heen in het vliegtuig is intussen in slaap gevallen. Ik sluit mijn computer af. Het toilet is vrij en, bedenk ik me, wat een goed idee om even stilletjes me te gaan scheren in het toilet. Ik sta op en juist op het moment dat ik de deur van het toilet open, gaat het alarm af van mij polshorloge. Iedereen klaar wakker en ik zie honderd angstige ogen die mij met argwaan aanstaren…

Luc Soete

 

blog archief