WEBLOG
De avonturen van professor Soete  



Juli 2006: WK Voetbal naweeën

Marco Materazzi als “bullfighter” met Mick Jagger als bull, afgelopen woensdag 12 juli 2006 tijdens een feestje in Milaan. Bron: Inter Milaan's website.

Het einde van het WK Voetbal blijft nog lang nazinderen dankzij de nu wel heel beruchtte kopstoot van Zinedine Zidane, Zizou voor de fanaten, tegen Marco Materazzi in de WK finale. De websites met gaming en creatieve video kunst met een centrale rol toebedeeld aan Zizou's kopstoot puilen uit. Een reclamebureau in België, maar wellicht ook in heel wat andere Europese landen biedt een job aan van copywriter voor de persoon die het leukste onderschrift kan bedenken bij de nu beroemde 110de minuut van de finale van het WK. Zelf heb ik er een uitvoerige email correspondentie met collegae uit zowel Frankrijk en Italië aan overgehouden. Toegegeven vergeleken met de kopstoot van Figo tegen Van Bommel of de “gevoelige”trap van Rooney was dit toch wel de meest uitzonderlijke uiting van fysiek geweld tijdens het WK. Geen specifieke voet noch bal aanleiding, een zuivere stierenkopstoot gericht op het blauwe azurri shirt van Materazzi en gebracht door de beste speler van het tornooi enkele minuten voor het einde van het WK. Moeilijk ooit nog in een volgend WK te evenaren. Logisch dus dat dit 2006 WK in Duitsland de annalen van het wereldvoetbal, als hét WK van de kopstoot van Zinedine Zidane in zal gaan. En zeg nu zelf, als onpartijdige, wat nuchtere Nederlandse toekijker, je zou bijna je petje afdoen voor Materazzi's woordelijke kracht. Iemand zover krijgen om voor de ogen van miljoenen televisiekijkers tegen alle eigen en nationale belangen in, compleet over de streep te gaan, het is alsof de wereld wat menselijke communicatievormen, ondanks het digitale tijdperk en de opkomst van massa media, niet heeft stil gestaan. En dat verklaart de populariteit van Zidane's kopstoot bij een breed publiek en natuurlijk ook het handig gebruik dat reclame- en internet jongens van het evenement maken. We leven nog steeds in een wereld waarin individueel menselijk gedrag gevoed wordt door zuivere irrationele reacties. Maar over deze gedragsobservaties wil ik het hier niet hebben. Eerder over wat meer economische overwegingen rond het afgelopen WK.

Een denkertje. Wat was er nu gemeenschappelijk aan de vier landen die succesvol waren in de kwartfinales van het WK: Duitsland, Portugal, Italië en Frankrijk, ten koste van Argentinië, Oekraine, Engeland en Brazilië? Geen idee? Wel, het is U misschien niet opgevallen maar mij wel: dat de vier kwartfinalisten alle vier Europese euro landen waren... Nou zegt U dan, so what? Wel, daar valt wel degelijk wat meer over te vertellen.

De vier finalisten waren immers niet zomaar gewone eurolanden. Van de zes eurolanden die deelnamen aan het WK (Duitsland, Frankrijk, Italië, Portugal, Nederland en Spanje) waren het juist de vier eurolanden die tegenwoordig niet voldoen aan de eisen van het zogenaamde groei- en stabiliteitspact. Die eisen, zult U zich mogelijk nog herinneren, werden gesteld in het Maastrichtse EMU Verdrag waarin bepaald werd dat om mee te mogen doen aan de euro, de lidstaten een begrotingstekort van maximaal 3% mochten hebben en een overheidschuld van minder dan 60%. In bijgevoegde tabel heb ik nog even de recentste reële cijfers voor 2004 en de voorspelde verwachte cijfers voor 2006 voor de zes eurolanden op een rijtje gezet: eerst de vier WK finalisten en dan de twee overige eurolanden die deelnamen aan het WK.

Begroting   Overheidsschuld
2004
2006
2004
2006
DE
-3,7%
-3,1%
65,5
68,9
FR
-3,9%
-3,0%
64,4
66,9
IT
-3,4%
-4,1%
103,8
107,4
PT
-3,2%
-5,0%
58,7
68,4
NL
-1,9%
-1,2%
52,6
51,2
ES
-0,1%
0,9%
46,4
40,0

Zoals de tabel aantoont, slaagden geen van de WK finalisten er in hun begrotingstekort onder de 3% te houden en steeg de overheidsschuld in alle vier landen tot ver boven de 60%. In het geval van Italië tot boven de 100%. Daarentegen lijkt het goede gedrag van Nederland en Spanje met een dalend begrotingstekort ver onder de 3% en een dalende overheidschuld van ver onder de 60% op geen enkele manier beloond te worden op het voetbalveld. Kortom, gele of rode kaarten in de economie zoals de Europese Commissie en de Ministers van Financieën die uitdelen, lijken precies het omgekeerde effect te hebben op succes in voetbal. En natuurlijk, ik zou geen hoogleraar economie zijn als ik hier geen onverwacht, en vooral nog niet onderzocht causaal verband uit zou kunnen distilleren waarmee ik straks de Nobelprijs zou kunnen binnenhalen.

Uiteraard zal ik het hier niet hebben over de vrij evidente verbanden tussen voetbal en toenemende begrotingstekorten zoals in het geval van Duitsland het investeren in de WK voetbalstadions met overheidsgeld, of in Italië het investeren, deze keer wellicht van zwart geld maar dat heeft dan weer ook zijn impact op misgelopen overheidsinkomsten, in arbiters, of in Portugal het investeren van wellicht Europees geld in voetbalacteerlessen (een nieuw onderdeel van life long learning?), maar over de wat meer complexe relatie en wederzijdse invloed van rode en gele kaarten op economie- en voetbalspelers.

In tegenstelling tot voetbal is een rode of gele kaart in de economie, en dan met name de euro economie, eerst en vooral een reputatie veroordeling van je collega's. Directe gevolgen heeft het niet want een echte straf zoals het uitsluiten of beboeten van een land is effcetief ook negatief voor alle andere euro partners. Daarom ook dat in tegenstelling tot voetbal, we in euroland niet echt gelijk zijn. We zitten wel met zijn allen in euroland maar straffen kunnen we enkel de kleintjes, niet de grote landen. En uiteindelijk, aldus de theorie, zal het land hoe dan ook zélf de meeste nadelen ondervinden van teveel rode en gele economie kaarten. Neem nu Italië dat bij wijze van spreken rode kaarten in de economie verzamelt: je leeft min of meer op de pof, vergrijst en ontgroent sneller dan waar ook ter wereld, en financieel weet niemand nog hoe je hier ooit uit zult geraken. Ik herinner me nog hoe Domenico Siniscalco, een oude vriend en collega hoogleraar, er vorig jaar, onder de vorige Italiaanse regering als Minister van Financiën, de brui aangaf. Missione impossibile. De toekomst in Italië ziet er slechter uit dan het heden. Letterlijk zelf in het geval van het Italiaans voetbal. Straks speelt Juve in Serie C en de andere Italiaanse topclubs in Serie B. Conclusie: dan zul je wel het beste halen uit alles wat je hebt: je speelt het beste voetbal, gebruikt al het talent dat je hebt, oud en jong, en hopelijk word je morgen wereldkampioen. Geniet van die enkele kortstondige momenten van tijdelijk geluk: Zoals het Itliaanse populaire gezegde luidt " carpe diem quam minimum credula postero " (pluk de dag en geloof nooit in een volgende).

Nederland daarentegen, economisch gezien het braaftste jongetje van de klas, is bijzonder bevreesd, getraumatiseerd zou je bijna kunnen stellen voor mogelijke gele, laat staan rode economie kaarten. Gerrit Zalm zou zich doodergeren aan een gele kaart van de Commissie of nog meer van één van zijn Europese collega's. Voor Zalm en de economie spelers komt per definitie na al het zure, straks het zoet. Alles wordt straks beter. Na alle die zure ingrepen in overheidsuitgaven, lastenverzwaring en dergelijke meer van Balkenende I en II, komt straks met Balkenende III het moment om te oogsten. En gek genoeg, dit is precies hoe je het Nederlands “zure” voetbalavontuur in Duitsland kunt verklaren. Want als stráks het zoet komt, waarom zou je dan nu het beste Nederlandse voetbaltalent opstellen en het beste voetbal laten zien? Dus laat je heel wat van je huidig talent dat in topclubs speelt thuis: een indrukwekkende lijst met Seedorf, Makaay, Davids, Huntelaar, zelf Bergkamp die nog vlak voor het WK aangaf graag nog eens mee geweest te zijn al was het maar voor enkele kortstondige invalbeurten. Neen, dan zul je precies doen zoals Marco van Basten en Zalm: denken aan de toekomst Aan het opbouwen van een toekomstig Nederlands elftal voor het EK 2008 en straks het WK in 2010.

Probleem is natuurlijk dat dit allemaal theorie is en dat een alternatief scenario ook goed mogelijk is. Binnen vier jaar zijn er weer zoveel andere landen bijgekomen met nieuw voetbal- en economietalent, terwijl wij verder vergrijzen en ontgroenen. Het zure van vandaag zowel in economie als in voetbal, zou er straks wel eens als nog relatief zoet kunnen uitzien. En dan blijft het zoete in economie wat het nu is in voetbal: droomherinneringen uit het verleden. Want niets is zo onzeker als succes in economie en voetbal voorspellen.

Luc Soete

 

blog archief